Wolf
m. (wolven), 1. grauwgeel roofdier uit de familie der honden (Canis lupus) met spitse snuit, rechtopstaande oren en neerhangende staart; zonder staart 1 m lang; — (zegsw. en spr.) eten als een wolf, zeer veel eten ; ’t is een hongerige wolf; — geen wolf in zijn buik smoren, rond uitspreken, de waarheid...