Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 28-12-2024

Willy

betekenis & definitie

1) (2012) (sch.) (meestal voorafgegaan door 'kleine') benaming voor het mannelijk geslachtsdeel. Vgl. Charlie*; Frederik*; Gerrit* enz. Zie ook: Willy uitlaten.

• Kijken we dan naar de koosnamen die mannen aan hun geslachtsdeel geven, dan is Tarzan de meestvoorkomende naam, terwijl onder vrouwen de meestvoorkomende koosnaam voor het mannelijk geslachtsdeel Kleine Willy is. (Wim Daniëls: Komkomma. 2012)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)

2) (1941, vero.) soort jeep, gemaakt in de fabrieken van Willy's.

• In de fabrieken van Willy's, waar de bekende jeep geboren is, maakt men thans bestelwagens: een gesloten model, en een uitvoering met open laadbak. (De tijd: dagblad voor Nederland, 10/04/1947)
• Woensdagmorgen omstreeks elf uur de Willy's jeep nr. KM-1020, thuishorend op het Marine Etablissement, door een van de eigen chauffeurs gestolen. (Nieuwe courant, 18/11/1950)
• Onder de fraaie carrosserie verbergt hij namelijk een jeep, compleet met hoge en lage gearing en vierwielaandrijving. Van buiten is het enige dat op de geschiktheid voor terreinrijden wijst de neus, die nog enige verwantschap vertoont met de befaamde Willy jeeps die hielpen de oorlog te winnen. Voorlopig w de nieuwe Willy jeep Wagoneer het laatste woord in de ontwikkeling van het jeepje van weleer. (Algemeen Dagblad, 22/01/1963)
• De oorspronkelijke War Jeep werd aanvankelijk door de American Bantam Car Company gemaakt, daarna ook door Willy's Overland en Ford samen. Er zijn tijdens de oorlog 634.569 gemaakt. De Jeep werd steeds verbeterd en tenslotte opgevolgd door de Willy's Jeep, die een sterkere motor had en onafhankelijke voorwielvering en die nog weer in vele details was verbeterd. (Leeuwarder courant, 17/07/1965)
• willy - politiejeepje (in 's-Gravenhage). (Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1992)

< >