Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-08-2021

waterput

betekenis & definitie

(19e eeuw) (plat) vrouwelijk geslachtsdeel. Syn.: waterpoort*.

• In waterputten omzoomd met kreupelbosch is het slecht lang te wezen; wijl men er zelden uitkomt, of men heeft iets achtergelaten... (H. Engelhart: De kinderen mijner jeugdige lossigheden. 1806, geciteerd in WNT)