Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-05-2023

tyfus

betekenis & definitie

1) (1967) (plat) als voorvoegsel gebruikt ter versterking. Syn.: kut*, tering*.

• .... en een optreden van een goeie groep, daar moet je een tyfus-eind voor liften. (Hitweek, 16/03/1967)
• Tyfusmeid hè! (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970)
• Tyfuskerel. Je hangt me de keel uit... tot zover! (Theun de Vries: Vincent in Den Haag. 1972)
• Maar ze heeft kou gevat in dit tyfusklimaat. (Miep Diekmann: Total Loss weetjewel, 1973)
• Het is tyfus weder & ik ben ietwat kortademig... (Gerard Reve: Ik had hem lief. 1974)
• Als je met zo”n stel malloten in een oud tyfushuis woont, zie je veel eenzaamheid. (Hans Sahar: Zoveel liefde. 1996)
• Dat gaat dan van geef me de sleutel, verdomme, en van je gaat de deur niet uit, en van dat bepaal ik zelf wel, wie denk je dat je bent jij trol jij plank jij bonk jij spriet jij zeug jij streep jij koe jij sliert jij zwijn jij lijk jij tyfusdit en tyfusdat en intussen staat het halve flatgebouw te sidderen onder de oorverdovende Hooghiemstrase escalatie … (Joost Zwagerman: Het jongensmeisje. Verhalen. 1998)
• Een deel van de ziektenamen die optreden in verwensingen wordt ook gebruikt als pejoratief prefixoïde. Zo kan men een vrouw aanduiden als teringwijf of tyfushoer, een auto als een klerekar, muziek als pleuris-, tering-, pokken- of tyfusherrie en een man als een pestvent, geheel analoog aan andere pejoratieve samenstellingen met veelal duidelijk taboekarakter, zoals klotewijf, kutauto, takkeherrie en klootzak. Voor zover ik heb kunnen nagaan, dateren pejoratieve uitdrukkingen op basis van ziektenamen, evenals die op basis van seksuele taboetermen, van het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, met andere woorden precies de periode waarin ook het gebruik van ziektenamen als minimaliseerder voor het eerst geattesteerd is. (Tabu. Jaargang 32. 2002)
• Waarom is dat tyfustoestel niet in orde? (Herman Pieter de Boer: Verhalen van lust en liefde. 2005)
• Durven jullie mekaar nou nog een tyfusklap te verkopen? (Astrid van der Star: Van lief naar lef. 2007)
• ‘Tyfushippies,’ zei iemand. (Joris van Calsteren: Lelystad. 2008)
• Ik zei dat ik mijn uiterste best gedaan had, maar hij antwoordde dat ik dan kennelijk geen ene reet voorstelde op die hele tyfusuitgeverij. (Kees van Kooten: Tijdloos ouderwets. 2009)
• Godverdomme, wat een tyfuswijf! (Herman Koch: Het diner. 2009)
• Eimert heeft verteld dat hij een gezonde tyfushekel aan de militaire dienst had en dat hij er toentertijd alles aan gedaan heeft om eronderuit te komen. (Youp van ”t Hek: Omdat jij mijn beste vriend bent. 2010)
• En schiet op. Want ’t begint tyfus pijn te doen. (Vrank Post: Judgement Day. 2010)
• Tyfusveel mensen hebben gekeken, Superlul. Echt tyfusveel! (Henk van Straten: Superlul. 2011)
• In dit geval leek het me een perfect voorbeeld dat God niet meer leeft, in elk geval niet hier, in deze tyfustroep. (Alex Boogers: Alle dingen zijn schitterend. 2012)
• Ik mocht na afloop blij zijn dat de bestuurder mijn kankerkop niet van mijn tyfuslijf rukte. (Youp van ”t Hek: Klein gelijk. 2012)
• Een zwerver, met drie loodzware klotekoffers en één paar pandaogen in de tyfushitte langs de kant van de weg. (Joost van Bellen: Pandaogen. 2014)
• Jammer van dat oog, maar evenzogoed een tyfuslekkere worst. (Nico Dijkshorn: Huilen en lachen. 2015)
• Met een paar van hen zat ik een keer aan de bar toen dikke Virginia vanaf de overkant een bierglas gooide. We konden nét wegduiken, wauw! Dat was een tyfuswijf zeg. (Raoul Serrée: De Wallen in de jaren '60. Verhalen van prostituees, penoze en de postbode. 2015)
• ‘Wat een tyfusvent!’ zei mijn moeder. (Alex Boogers: Alleen met de goden. 2015)
• Mijn dagindeling? Ja kijk, elke dag, zo moet u het wel even zien, is natuurlijk een tyfusdag. Ja, elke dag is een tyfusdag! (Maarten Spanjer: Spanjer in stukken. 2016)
• Een mannenstem zei: ‘…helemaal doodziek van die tyfushitte hier…’ In het Nederlands!! (Eric Kollen: Jongenssprookjes. Deel 4. 2016)
• .. maar dan hoeft ze toch nog niet te doen alsof ik oud vuil ben... een hoop stront... wat een tyfusgriet. (Maarten ’t Hart: De moeder van Ikabod & andere verhalen. 2016)
• Lieve schat, jullie hadden een tyfushekel aan elkaar. (Lisette Jonkman: Helemaal het einde. 2017)
• Je vangt genoeg cente voor dat hok. Vijfenzestig spie, toch? “t Is een godvergete tyfusschande. (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)
• Toen trok ze de kaart open en dat mechanische tyfusdeuntje penetreerde gelijk mijn hele kamer…(Lotte Kok: Skydancer. 2018)
• Het is een aardige deceptie om te ondervinden wat voor tyfusmongool ik ben. (Lotte Kok: Skydancer. 2018)
• Een keertje op de oceaan werd die hele tyfus-lading gloeiendheet en brandgevaarlijk, allemaal balen katoen, moest midden op zee overboord gezet worden. Fikten we bijna af, mijn klauwen zaten onder de brandwonden. (Frans Douw: Het zijn mensen. 2021)
• Pak het niet persoonlijk op, maar die belachelijke look van u, tyfuslelijk. Bij het haar gesleurd. (Caroline de Mulder: Bambi lust je rauw. 2021)

2) (1991) uitroep van verbazing of ergernis. Vgl. pleuris*. Zie ook: tyfuskanker*.

• Hij probeerde zijn zuster te bellen. Ze nam niet op. ‘Tyfus! Ik moet die ouwe van me spreken.’ (Kees van Beijnum: Over het IJ. 1991)
• Tyfus, kut allemachtig, het had de kroon op mijn carrière kunnen zijn. (Atte Jongstra: Het huis M. 1993)
• ‘Tering, tyfus, kanker,’ zeg ik. ‘Hoe wist die vuile bloedzuiger...’ (Cindy Hoetmer: Het beest in Daisy. 2005)
• Ze zou hem vertellen dat hij moet stoppen met zijn softe polderpraatjes over haar uitbarsting, dat het hier tyfus de tering om een kind gaat…. (Youp van ’t Hek: Bacteriën moeten ook leven. 2008)
• “Godverdomme!” schreeuwde hij na twee minuten bij het eerste balverlies van onze club. Bij het horen van dat woord keken mijn zoon en het vriendje mij stralend aan. De jongen trok nu met zoveel kracht aan zijn sigaret dat de askegel zijn lippen bereikte. “Tyfus!” schreeuwde hij. (Herman Koch: De ideale schoonzoon. 2010)
• Omdat een vlinder in een Braziliaans regenwoud een vieze ruft heeft gelaten zitten we in Nederland met zuidwesterstorm. Dus dat betekent: vertraging op de weg door zwalkende Toyota's Aygo en op het spoor omdat het nu eenmaal treinen betreft. Ook zijn er veel zaken afgebroken, omgewaaid, omgevallen, gesloopt, geknakt en/of gewoon kapot. Het KNMI raadt iedereen aan vanavond binnen te blijven en bij iedere krakende plafondbalk te roepen: "Tiefus, wat waait het hard zeg!" (www.GeenStijl.nl, 24/09/2012)
• Ah, kut. Tyfus. Wat is dat nu weer? (Özcan Akyol: Eus. 2012)
• Au, godverdomme, au, kut, tyfus, au, kut! (Joost van Bellen: Pandaogen. 2014)
• Tyfus, wat een teleurstelling. (Kim van Kooten: Lieveling. 2015)