Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 10-07-2021

tofes

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Barg.) gevangenis.

• Tofoes, (hebr.) gevangen (van tafoos grijpen, vangen). Tofes zitten = gevangen zitten. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Al had hij er menigeen zèlf van verschut en naar 't schuurtje gebracht, ja, tot omslaan verlokt, eer ze de bijl hadden geroken; nog onlangs hun niese, heur knul wegens spienoze hoog laten gaan, die nu in de tofes d'r haaie drukkerd zaten op te knappen. (M.J. Brusse: Het rosse leven en sterven van de Zandstraat. 1912)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)