Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 09-02-2022

tikkende tijdbom

betekenis & definitie

(1964) (cliché) iets dat na verloop van tijd een rampzalig gevolg kan hebben.

• Het bestaan ervan (van zekere politieke situatie) is een doorn in het vlees van Europa en een tijdbom onder de eenheid in de NAVO. (het Vrije Volk 10/08/1964)
• Zelfs al zou het morgen vrede worden in het Midden-Oosten en alle partijen zouden elkaar ontroerd in de armen vallen, dan nog zou er een langzaam tikkende tijdbom onder het gebied blijven liggen: het water. (NRC Handelsblad, 26/03/1991)
• Hulpverleners zeggen dat zij niet voldoende water uit andere bronnen kunnen vinden. Nu het droge seizoen begint, zal het tekort alleen maar erger worden. "Het is een tikkende tijdbom die elk moment kan ontploffen" , zegt een hulpmedewerker. (Trouw, 28/11/1992)
• Mohammed B. was sinds 2002 een bekende van de AIVD en kwam 16 keer voor in de dossiers van de dienst. Remkes benadrukte dat het 'voortdurend schaduwen' van B. niet had kunnen voorkomen dat Van Gogh was vermoord. Tot schrik van de Kamer vertelde hij vervolgens dat er 'behoorlijke aantallen Mohammed B.'s rondlopen' in de samenleving. SGP-leider Van der Vlies reageerde ontdaan: ,,Er zijn dus veel meer tikkende tijdbommen.'' (Algemeen Dagblad, 12/11/2004)
• Hij kon niet klaarkomen. Daarover raakte Jacco volgens de forensisch psychiaters zo gefrustreerd dat hij een ‘tikkende tijdbom’ was. (Vrij Nederland, 29/04/2006)

< >