Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-04-2020

bestaan

betekenis & definitie

(1903, vero.) (in de uitdrukking: een groot bestaan hebben) (Utrechtse) uitdrukking voor 'groot geschapen* zijn', ook wel 'een grote mannelijkheid hebben': een groot geslachtsorgaan hebben. Vermeld in het WNT. Vgl. Frans: 'être bien équipé (membré)'; Engels: 'well hung'. Een klein mannelijk geslachtsorgaan noemen we eufemistisch pink(eltje)*. Kijk ook onder maatje* pink.

• Een groot bestaan hebben, een groote mannelijkheid hebben; „groot geschapen zijn". (H. H. Fongers: Driemaandelijksche bladen, Volumes 18-23. 1918)
• bestaan. - Een groot bestaan hebben, een groote mannelijkheid hebben; “groot geschapen zijn”. (A. Beets: Utrechtse volkswoorden en volksgezegden. 1927)