(1934) (euf.) besloten vriendenclub waarbij tijdens een georganiseerde avond de heren hun sleutel in een hoed deponeren. Op het einde van de avond nemen de aanwezige dames een sleutel uit de hoed en gaan met de eigenaar van de sleutel mee naar diens kamer.
• Er gaan rare praatjes van hem. Hij en zijn vrouw moeten lid zijn van zo’n sleutelclub. Weet Brons niet wat een sleutelclub is? Dan gooien de mannen hun huissleutel in een zak en als de dronkenmanspartij is afgelopen, grijpt ieder een sleutel. De vrouw die bij die sleutel hoort brengt hij naar huis. (Rein Brouwer: Maar de zon overwon. 1943)
• Dat een bekende gedachte grappig uitgewerkt kan worden bewees Alexander Pola met zijn „Sleutelclub": een pikante persiflage over de volgens psychologen op sommige punten overeenstemmende relaties „man-vrouw" en „man-auto". (Het Parool, 16/10/1963)
• Het woord verklaart zichzelf evenmin als sleutelkind. sleutelgeld of sleutelclub dat doen en sommigen uwer zouden van sleutelslaap zelfs allerlei overspannen voorstellingen kunnen krijgen. (Onze Taal. 1970)
• Met veel gesis, getoet van stoomfluiten en door een waaier van water uit een bluskanon ging de stokoude scheepswerf t Kromhout In Amsterdam woensdag haar tweede jeugd in. Nu als een reparatiecentruni van schepen en machines uit de stoomtijd, tevens een „sleutelclub" voor liefhebbers en ook een museum. (de Tijd, 18/10/1973)
• Volgens een Belgisch zondagsblad ging het hierbij om sexspelletjes op hoog niveau in een sleutelclub te Eeklo bij Gent. (de Telegraaf, 10/12/1977)
• Een man moet ook met zijn vrouw kunnen praten, anders staat de weg open voor andere bekoringen, voor ontuchtige uitwassen zoals bijvoorbeeld de zogenaamde sleutelclubs... Goede katholieken vervallen niet tot zoiets liederlijks. (Mensje van Keulen: Engelbert. 1987)
• Of men is lid van een sleutelclub waarbij men de sleutels bij toeval verdeelt en zo bepaalt wie met wie seks zal hebben. (Maureen Luyens, Alfons Vansteenwege: Ondanks de liefde / druk 1: hoe overleef je een liefdesaffaire. 2003)
• De fesse- theorie vervalt hierdoor min of meer.' 'Toch geen sleutelclub?' 'Nee, het typische weekend-amusement van onze elite, die zoveel cultuur en innerlijke spankracht bezit, dat ze zich met al haar geld en vrije tijd steendood verveelt. (Jef Geeraerts: De zaak Alzheimer. 2009)