Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-04-2021

seksjuweel

betekenis & definitie

(1961) (sch.) seksueel. Term bedacht door de Nederlandse schrijver Remco Campert.

• De boeren zijn minder bekrompen dan ze in de stad denken. Alleen bij het seksjuwelen verkeer speelt de religie hun weleens parten, maar over het schenken van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen schijnt niets in de bijbel te staan. (Remco Campert: Het leven is vurrukkulluk. 1961)
• Die fijn griffermeerde teken leraar Willem Zijkstraal met zijn lange witte haar tot op zijn reet en zijn wit uitgeslagen bef baard zal ook wel een bef kampioen zijn, denk ik. Ik heb seksjuweel vrijgevochten kennissen baard zal ook wel een bef kampioen zijn, denk ik. Ik heb seksjuweel vrijgevochten kennissen ook uit Rotterdam die hier in de buurt wonen als zomertoerist, die al uiterst nerveus worden als ze mijn naam noemen. (Fred van der Wal op http://www.basicpublishing.nl, januari 2019)