Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-04-2021

schok

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Barg.) stad of dorp. Ook: kermis.

• Schok, (barg.), kermis. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Honselersdijk?.... Nooit van gehoord!.... Zeker een schokkie met drie koeie en een kakhuis.... (Willem van Iependaal: Kriebeltjes hoogtepunt. 1937)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)