(17e eeuw) (oorspr. zeem.) eten, de maaltijd gebruiken. Een bekend spreekwoord: 'Schaften is ook scheepswerk.' Later meer algemeen: rusten, het werk onderbreken (voor een maaltijd).
• Dat is mijn eigen wachthuisje; dat gebruik ik om te schaften. (De Sumatra Post, 28/05/1937)
• Schaften! Na het aardappel sorteeren, laat het Haagsche meisje zich de landelijke boterham best smaken! (Haarlem's dagblad, 05/09/1940)
• Me moer hept geen adres, we schafte bij ome Joop. (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)
