Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 24-12-2024

Sacramentariërs (sacramentisten)

betekenis & definitie

(16e eeuw) (Ned. spot.) hervormingsgezinden; protestantse beweging in de noordelijke Nederlanden. Ze ontkenden de reële aanwezigheid van Christus in het sacrament van de eucharistie of het avondmaal.

• Vooral tegen het centraalpunt van den roomsch-katholieken eerdienst, tegen 't misoffer, gekeerd, ging ze gepaard met eene avondmaalsbeschouwing, die zoo zeer tegen de consubstantiatieleer van Luther streed, dat op hare voorstanders de naam van Lutheranen allerminst past, al werden zij zoo genoemd door de inquisiteurs, voor wie destijds elke Lutheraan evenzeer een ketter als elke ketter een Lutheraan was. Veel beter is dan nog een andere schimpnaam, hun van katholieke zijde gegeven, de naam van Sacramentisten al ware 't alleen omdat zij de geestelijke voorloopers waren van de ‘Sacramentirer’ of Zwinglianen, waartegen Luther met al de heftigheid zijner natuur zich aankantte: Zwingli zelf toch erkent zijn avondmaalsleer verschuldigd te zijn aan de mededeelingen van die oudste en eerste belijders der evangelische waarheid in ons vaderland, hem reeds in 1521 gedaan. (De Gids. Jaargang 31. 1867)
• Luthersche boeken! Wat zouden dezen tegen den machtigen, geweldigen stroom van het Calvinisme! En Luthersche predikers ook, - zooals kort daarna te Antwerpen kwamen, om de gemeente voor den afval tot het Calvinisme te behoeden, - wat vermochten zij? Zij stookten den twist tusschen de beide groote Protestantsche partijen en hitsten de Luthersche gemeenteleden tegen de vermaledijde sekte der Sacramentariërs op; doch toen Alva met zijne benden begon te naderen, waren zij de eersten, die hun heil in de vlucht zochten. En hunne geloofsgenooten, zooals de Hertogen van Brunswijk en van Holstein, streden weldra, als vrijbuiters, mede onder de vanen van Spanje. (De Tijdspiegel. Jaargang 40. 1883)
• Hij gaf een breedvoerig onderzoek der hervormingsbeweging in ons land tot 1531, constateerde, dat deze geheel onafhankelijk van Luther was geweest, ook al waren er een aantal Lutherschgezinden. Want ons land vertoonde een eigenaardig kenmerk, dat anti Luthersch was: Er was een overal verbreid ongeloof aan het miswonder. De aanhangers dier opvatting heette hij sacramentisten. Uit die kringen zouden de Doopsgezinden zijn gerecruteerd. (De Gids. Jaargang 84. 1920)

< >