Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-10-2023

roering

betekenis & definitie

(18e eeuw) (vnl. Zaanstreek) aandrang tot ontlasting. Het WNT citeert o.a. Wolff en Deken (1786): "Dat (de zuure druiven) … zulk eene roering in myne ingewanden hadden veroorzaakt."

• roering, aandrang tot ontlasting, eigenlijk: de beweging in het lichaam die dit gevoel veroorzaakt. Nog in de Zaanstreek bekend: Ik lijk wel roering te krijgen: als men na een tijdperk van hardlijvigheid aandrang tot ontlasting voelt. II Ik kreeg er zoo'n roering van (b.v. van een laxeermiddel). Ik heb er altijd wat roering van in mijn lijf (bijvoorbeeld van zekere spijzen zooals grutten en derg.) (1918). (Dick Wortel: Taal in stad en land. Leids. 2002)