(1973) (euf.) het tegen vergoeding op ontspannen wijze van seks genieten.
• Het natie-omspannend karakter wordt geïllustreerd door een kaart van Nederland, die in het erotisch hoofdkwartier aan de Amsterdamse Haarlemmerdijk, (een flink stuk buiten de bekende warme buurt) op de muur van een door rode gordijnen afgeschermd zithoekje is geprikt. Vele zwarte kringen markeren de plaatsen waar de klanten van het centrum „strikt vertrouwelijk kunnen relaxen". (De tijd, 18/08/1973)
• (Riemer Reinsma: Signalement van nieuwe woorden. 1975)
• Er bestaat een vast repertoire van aanduidingen, waaruit steeds weer geput wordt; woorden als ‘gezellig, relaxen’ of ‘lief’ werken blijkbaar prikkelend genoeg op het gros van de potentiële klandizie. (Ischa Meijer: Hoeren. 1980)
• Terwijl hij aan het sappelen is zit zij op der zuigerd, of ze is aan het rielèksen met een ander, zo heet dat tegenwoordig, rielèksen. In mijn tijd heette dat anders. (Janwillem van de Wetering: Moord zonder lijk, lijk zonder moord. 1983)
• Nieuwe jonge, sexy meisjes, relaxen v.a. f 50. (advertentie in De Telegraaf, 30/05/1990)
• In een "open sex'-club, een gelegenheid waar de bezoekers in elkaars bijzijn moeten relaxen, gaf een van de werkneemsters uitleg over de salariering. (NRC Handelsblad, 18/01/1992)
