Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-03-2021

platenboer

betekenis & definitie

(1966) (jeugd, muz.) verkoper van platen, tegenwoordig cd's, dvd's en cd-rom's. Platenboer verving het verouderde 'platelaar*' en werd het eerste woord in een rij combinaties met boer (lesboer, seksboer, kolenboer enz.).

• En als die twiener dan nog een beetje actief is, dan gaat hij naar de platenboer en ziet z'n vermoeden waar worden.... (Hitweek, 18/03/1966)
• Platenboer, uit Arnhem stammende, blijkt intussen meer sjoege van prijzen dan van platen te hebben. (J..A. Deelder: Modern passé. 1984)
• Te bestellen via je platenboer bij CNR. (Metal Hammer, oktober 1986)
• Anders moet je even naar je platenboer. (Muziek Express, april 1987)
• De Nomads ondergaan betekent naar de platenboer spurten en Zweedse garage-rock eisen. (Backstage, juli 1987)