Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 27-02-2021

plaatje

betekenis & definitie

1) (1969) (inf.) mooie vrouw (in homotaal ook van een mooie man); beeld van een meisje; ook gezegd van zaken: iets moois.

• Bridget Riley is mooi én zij is een plaatje en wij weten dat uit elkaar te houden en afzonderlijk te bezien: het oog kan kiezen, het is vrij in de keuze van zijn antwoord. (Limburgsch dagblad, 01/02/1969)
• Er is in het interieur veel bergruimte en ook de bagageruimte is groot! De 6-cilinder 4.2 liter motor is de beroemde XK-motor met twee bovenliggende nokkenassen. Hij is een plaatje van een motor om te zien, voor de inzittenden is hij echter nauwelijks hoorbaar, maar dank zij de 172 DIN pk wel degelijk voelbaar! (Nieuwsblad van het Noorden, 21/06/1974)
• Ze moet een plaatje geweest zijn rond die tijd, dacht Nol, ze is nu nog altijd mooi, maar toen.... (Robert Long: Wat wil je nou. 1988)
• Wij hebben nog niet kunnen achterhalen wie deze dame is, maar is het geen plaatje. (Popfoto, februari 1989)
• Een plaatje, die muziek. Prachtige dansers, superverzorgde enscenering, een belichting om U tegen te zeggen , en een orkestje dat smaakvol schuil ging in de schemer. (de Volkskrant, 06/10/1990)
• Nog een paar leuke schoenen en ze is een plaatje. (Opzij, januari 1992)
• Ja als reactie omdat ik toen vond dat ik lelijk was met mijn rode haar, terwijl mijn jongere zus een plaatje was. (Nieuwe Revu, 02/04/1992)
• In de eigen onschuld was het moeilijk te volgen waarom Jack, met zo'n 'plaatje' aan zijn arm, ook nog achter Marilyn Monroe en andere vrouwen aan moest zitten. (Elsevier, 28/05/1994)
• En een plaatje is 't, een mooi dingetje. Vind je niet? (Marcel Maassen: Blauwe damp. 1994)
• “Wat ben je toch een prachtig kind!” riep ze tijdens de sessies en hupte blij om me heen als een musje. “Een voorbeeldig model! Een snoepje! Een plaatje!” (Anne-Gine Goemans: Glijvlucht. 2011)
• In een sekshuis in de Nassau Dillenburgstraat raakt Nico zeer gecharmeerd van ‘een kanjer van een meisje, een Javaanse van Surinaamse afkomst. Lang zwart haar tot aan de billen, lange nagels, een plaatje.’ (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• Persoonlijk had ik het erg druk met mijn nieuwe identiteit, waarbij ik uiterlijkheden afzwoer en niet langer als een ‘plaatje’ door het leven wilde gaan. (Marieke van der Pol: Voetlicht. 2013)
• Zwart, sluik haar, groene ogen, daarbij waren haar lippen karmijnrood geverfd. Kortom, Debby was een plaatje. (Hans Dorrestijn: Zelfs Christus aan het kruis had het beter dan ik thuis. 2015)
• We nemen het huis. Dat is zeker. Het is een plaatje. (Kim van Kooten: Lieveling. 2015)
• Op straat roepen ze hem na, hoor, Puk. Rodzer Moor roepen ze. Een plaatje, die jongen. (Gerard van Westerloo: De pont van kwart over zeven. De beste journalistieke verhalen. 2015)
• ‘Je bent een plaaaaatje!’ zei mijn moeder, zoals alleen echte actrices dat kunnen zeggen, maar ze leek er met haar gedachten niet bij. (Jente Posthuma: Mensen zonder uitstraling. 2016)
• De moeder op het schoolplein is een plaatje om te zien. Ze heeft een jurk aan die ik zo van haar zou willen overkopen, draagt palen van hakken en haar haar hangt als een dik gordijn op haar rug. (Roos Schlikker: We rommelen maar wat aan. 2016)
• Laat me eens naar je kijken, wat ben jij een plaatje gebleven. (Jantien van Driel: Bickle. 2017)
• Een plaatje. Leren broek. Geweldig lijf. Zwart haar. Enorme ogen. (Roos Schlikker: Huisje boompje beest. 2017)
• Om acht uur in de avond kwam miss Yokohama aanboord.- wat een plaatje! – gelijk met de Burgemeester. (Cees de Vries: Zeemansgraf op de Wildevaart. 2019)
• Ik volg Brenda met Menno naast me. “Jezus, wat een plaatje” zwijmel ik. (Andries Bik: Grand Hotel de Bajes. 2019)

2) (1970+) in allerlei modieuze uitdrukkingen, zoals: het - nog niet rond hebben `de financiering van iets nog niet geregeld hebben'; niet in het - passen `voor bepaalde werkzaamheden niet vereist zijn; niet gevraagd zijn om een bepaald plan tot uitvoering te brengen'; het - invullen `bepaalde mensen aanwijzen om een plan of werk uit te voeren'; het - waarvoor men zich zag geplaatst `het probleem waarmee men te maken kreeg'; het - voor het kabinet is rond `alle aangezochte personen zijn bereid om een kabinet te vormen'. Sinds het eind van de jaren zeventig van de twintigste eeuw heeft plaatje de betekenis gekregen van `plan, overzicht', maar ook die van `totaalbeeld; algehele situatie'. Zo heeft men het over het inkomensplaatje, het koopkrachtplaatje enz. Volgens Reinsma (1984) dateert deze betekenis uit de tijd van de kabinetsonderhandelingen in Nederland in 1977.

• Plaatje. Stuk vakbondsjargon (`als ik u zeg dat bij die sanering twaalfhonderd arbeidsplaatsen verloren gaan, dan kunt u het plaatje wel invullen') dat zich snel en onvermijdelijk een weg baant in de Nederlandse taalschat. (Hans Ferrée: Het trendletter ABC, 1983)
• (Marco Bunge: Politiek Woordenboek. 1985)
• Aan de ene kant kalft de taal af, maar er komen ook woorden bij, nieuwe uitdrukkingen die zomaar uit de mond van een spreker vallen en door anderen in het gezelschap worden overgenomen. Heeft iemand ooit gezegd dat hij het plaatje nog niet ingekleurd had? Hup! Iedereen gaat plaatjes inkleuren. (Yvonne Kroonenberg: Volmaakte benen, 1988)
• Volgens de FME-voorman past het `loonkostenplaatje' met recht en reden in het gemeenschappelijk beleidskader. (NRC Handelsblad, 19/01/1990)
• Het uiteindelijke kostenplaatje was zo ongunstig dat we op het punt stonden maar helemaal af te zien van elektronische opmaak. (Mens en Wetenschap, nr. 6/1992)
• ‘Ik heb het voor de aardigheid eens uitgerekend,’ vervolgde Harko laconiek, ‘het hele plaatje. We gaan er niet op vooruit als we uit elkaar gaan.’ (Martin Bril: Evelien voor altijd. 2008)

3) (1985) (bridge) honneur.

• Deze artikelenserie wordt geschreven door de Amsterdammers J. Veerkamp en R; Verhoef en er wordt een overzicht in gegeven van het* speciale taaltje van bridgers, het bridgebargoens. Uit die rubriek blijkt dat er verrassend veel benamingen voor de kaarten zijn. Een honneur kan men een "plaatje", "pop" of "prentje" noemen. Het aas is een "orgel" en de heer wordt vaak "pappie" genoemd. Als men het over "het mens", "de duif' of "moeders" heeft dan wordt de vrouw, aangeduid. (Nieuwsblad van het Noorden, 21/06/1985)
• Plaatje. Elke aas, heer, vrouw of boer. (Toine van Hoof: Het Bridge woordenboek. 1998)