Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 29-10-2021

op de ketting springen

betekenis & definitie

(1925) (Westfries) in actie treden; met vuur verdedigen.

• Duitschland zal echter wel degelijk zijn invoerrechten op onze producten verhoogen; voor een wagon aardappelen wil Duitschland ƒ 150.— meer rechten laten betalen. Meer dan tot nog toe moeten we daarvoor zelf op de ketting springen. (Nieuwe Hoornsche courant, 23/06/1925)
• Dat het eene deel van de Regeering den Westfriezen in de put laat zitten door overal bij te springen en hier een schriele houding aan te nemen, valt al te veroordeelen, maar dat een ander deel nu poogt om de menschen ook hun levensvreugde af te nemen, is feitelijk al te erg. Het wordt, dunkt ons, hoog tijd, dat de gemeentebesturen op de ketting springen en verklaren geen genoegen meer te nemen met zulk een achteruitzetting. (Nieuwe Hoornsche courant, 26/07/1932)
• Eigenlijk moesten alle Nederlanders op de ketting springen om de laatste molens voor ondergang te behoeden. (De Speelwagen. Volume 2. 1947)
• Natuurlijk zal ook de Nederlandse Bromfietsbond nog wel op de ketting springen, zoals over dit onderwerp de A.N.W.B. al heeft gedaan. (Overijsselsch dagblad, 19/09/1958)
• Als men haar verloofde te na komt, kan ze zo heerlijk op de ketting springen (in 't geweer komen, hem met vuur verdedigen). (H. Langedijk: Hé is dat Westfries? 1963)
• Voor iemand op de ketting springen - Voor iemand in actie komen. (Jelle Zeldenrust: 2500 spreekwoorden: gerangschikt naar onderwerp, met betekenissen, mogelijke toepassingen en achtergrondinformatie. 1988)