Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 30-03-2023

springen

betekenis & definitie

1) (2011) (Barg.) toegeven, over de brug komen.

• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1955) (Barg.) uitgeven.

• gesprongen, (Barg.) uitgegeven; drie loense knaken zijn gesprongen: drie valse rijksdaalders zijn uitgegeven. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)