Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-09-2021

niet sporen

betekenis & definitie

(1984) (inf.) verkeerd lopen; niet helemaal goed snik zijn: die jongen spoort niet.

• Spore, w.w. Ook: met de trein rijden. | Hai moet alle dage ’n uur spore. Zegsw. niet goed spore. 1. niet goed bij zijn verstand zijn. 2. niet op dreef zijn, niet gedijen. – Die spoort voor gien meter, die is stapelgek. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Niet sporen: zich vreemd gedragen. (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)
• Er zijn nu eenmaal veel gezinnen in Nederland die niet sporen. Waar altijd hulp nodig is. (het Parool, 19/03/1994)
• De les eindigt met een greep uit Leidse scheldwoorden of verwante uitspraken, waaronder: 'Krijg het apezuur, paardelullevellebek, achtelijke guppekop en die spoort niet'. (Leidsch Dagblad, 22/08/2001)
• Ik heb hem één keer gesproken, tijdens een diner in Old Dutch waar ik naast hem zat. Hij schijnt een lijntje met Pim te hebben. Die man spoort niet helemaal, vrees ik. (Vrij Nederland, 13/07/2002)
• Hij speurt nie ölling. Hij spoort niet helemaal. Hij is niet helemaal goed bij zijn hoofd. (Cor & Jos Swanenberg: Bij wijze van spreuken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard. 2008)
• Die kerel spoort niet, deze hele stad wordt gek. (Sjanti Mahabier: De Keizer van Rotterdam. 2009)
• Je ziet toch dat ze niet helemaal spoort? (Naima El Bezaz: Vinexvrouwen. 2010)
• ‘O, gaan we nu op de toer van “we zijn zelf ook jong geweest”? Weet je wat het is, hij spoort gewoon niet. Nou, daar zit je dan mooi mee, met zo’n knul,’ reageert ze met een beschuldigende ondertoon. (Liza van Sambeek: Bloed, zaad en tranen. 2011)
• ‘Die gast spoort toch niet,’ zei een van hen. (Renske Jonkman: Zo gaan we niet met elkaar om. 2011)
• Dan ben je toch niet goed bij je hoofd als je vier uur lang gaat zitten kijken naar televisie die ooit al is uitgezonden? Dan spoor je toch niet? (Nico Dijkshoorn: Nooit ziek geweest. 2012)
• Ik wees met mijn vinger naar mijn voorhoofd en zei dat hij niet spoorde. (Patricia Perquin: Achter het raam op de wallen. 2012)
• Dat wijf kende me ergens van of zo, maar volgens mij spoort ze niet helemaal. (Özcan Akyol: Eus. 2012)
• Aan heel zijn doen en laten kon je zien dat hij niet spoorde. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• Laatst zei een vriend tegen mij: ‘Jij voelt je thuis bij mensen die niet helemaal sporen. Hoe gestoorder hoe beter.’ (Jannah Loontjens: Roaring nineties. 2016)