Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-10-2021

mol

betekenis & definitie

1) (18e eeuw) (Barg.) dood. 'Hakt hem mol': maekt hem Capot. 'Iemand mollen': iemand doden. Wellicht een allusie op het dier dat zich in de aarde ophoudt en vandaar in de zin van 'iemand naar de mollen (onder de grond) sturen.

• Mol: dood. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) (Bargoensche woorden in 1892-94 nog te St. Truiden, Bilsen en omstreken in gebruik)
• Als die koleralijder mij niet had dan ging hij mol van de schiebus. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1975) (inf.) infiltrant; spion. De term werd bedacht door de Britse schrijver John Le Carré (o.a. terug te vinden in zijn succesboek Tinker, Tailor, Soldier, Spy uit 1974), al hield de auteur steeds vol dat het om echt KGB-idioom ging.

• De veronderstelling dat er een „mol", de Amerikaanse term voor een verborgen spion in de gelederen van de tegenpartij of omgekeerd, in Washington werkzaam was, kreeg het laatste jaar steeds meer grond, nadat met een zekere regelmaat CIA-agenten die in de Sovjet-Unie onder dichte ; -dekmantels werkzaam waren, door de KGB, de Russische geheime dienst werden ontdekt of gewoon „verdwenen. (De Telegraaf, 26/09/1978)
• Ondanks het rapport-Tricot staat vast dat de DGSE nu drie ploegen in Nieuw-Zeeland had zitten: een `mol', een koppel op huwelijksreis en een zeiljacht. (Knack, 28/08/1985)
• Volgens Golitsin was een CIA-man die Russisch sprak en in Berlijn gestationeerd was geweest een K.G.B.-mol. (Vrij Nederland, 16/08/1986)
• De vlak voor zijn dood in Moskou door meesterspion Kim Philby afgegeven serie interviews maakte nog eens duidelijk dat het eeuwig gissen blijft naar de identiteit van menige KGB-mol. (Haagse Post, 04/06/1988)
• Johan is de absolute godfather van Nederland, een super-Dalton, heeft een paar mollen bij justitie rondlopen en het gerucht gaat dat hij van alle deuren in alle Europese gevangenissen een sleutel heeft. (Youp van ’t Hek: En het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd. 1996)
• Volgens dat volkskarakter zijn we gewoon al gek genoeg, en daar horen geen `007's', `mollen' of `overlopers' bij, maar wel De Cock & Vledder (of voor mijn part Nordholt en Straver). (Vrij Nederland, 15/06/1996)
• Er zat een Russische mol in het ultrageheime mutatieproject... (HP/De Tijd, 14/03/1997)
• Werd het IKV ten tijde van de grote vredesdemonstraties mede bestuurd door een mol van de KGB? (Nieuwe Revu, 19/11/1997)
• Twee soorten. De eerste is puur gespuis. Waaghalzen die schepen plunderen en er dan vandoor gaan. De tweede zijn… tja, mollen binnen het overheidsapparaat. (Lulu Wang: Bedwelmd. 2004)
• Net als de Nederlandse Hells Angels met Diaz kreeg Barger de afgelopen jaren te maken met ‘mollen’ in zijn organisatie. (John van den Heuvel & Bert Huisjes: De Gevallen Engel. 2009)

3) (16e eeuw) (vnl. stud.) soort wit, zoet bier. In bijna alle Europse zigeunertalen is het echter een benaming voor wijn.

• Minder deftig was het bier, dat in zijn gewonen, lichten vorm meer als een volksdrank werd beschouwd en in den vorm van „mol” wel eens bij groote hoeveelheden (en dan zeker bij zomersch weer) in landelijke herbergen, als in het Molhuis te Vechten, werd genuttigd. (Het Utrechtsche Studentenleven 1636-1936, onder redactie van J. Bierens De Haan e.a. 1936)