Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-02-2023

mike

betekenis & definitie

(1934) (Eng.) (muz. en zendam.) microfoon. Onder zendamateurs is ‘mike fright’ de angst om te spreken. Mike niet verwarren met miek*.

• De opstelling van de Ramblers voor de microfoon is als volgt: vlak op de “mike" zit de guitarist Jac Pet en staat de nieuwe bassist Limbach, die zich tusschen haakjes heel verdienstelijk weert bij de Ramblers, direct achter hem Kees Kranenburg, die zich achter de batterij heeft verschanst. Achter Pet, dus rechts van de mike zit de saxsectie, v. d. Ouderaa en Wim Poppink en de halve cirkel van saxes naar den drummer wordt gesloten door het koper- en Masman aan de piano. (Het vaderland, 28/11/1934)
• Stotterend en flirtend met de „mike" kwam hij het toneel op, en zijn afscheid was al even dwaas. (Algemeen Indisch dagblad, 06/12/1947)
• Curaçaose zangeres voor de “mike”. (Amigoe di Curacao, 15/07/1954)
• Toen ik op een gegeven moment op een stoei bij de microfoon zat en net wilde omroepen, ging een wachtende mannequin op mijn schoot zitten en hield met een arm rond mijn nek de „mike" voor mijn mond. (De Telegraaf, 28/03/1956)
• (Ot Louw: Beeldspraak. Termen uit het film- en videovak. 1987)
• Vooral twee blanke Londense crews, die toch wel lef moeten hebben om hier voor een merendeels zwart publiek de 'mike' te kapen. (Oor, 27/08/1988)
• (Henk Vreekamp: Journalistiek begrippenlijst. 1988)
• Een roadie loopt van de ene 'mike' naar de andere. (Jaap Van Eijk: Twee Marshall Torens en alles op 10. 1989)
• Mike, microfoon. (Eric Oosthoek & Ab Revoort: Basisboek televisie maken. 1990)
• Onze spierbundel was naar de verkeerde mike gelopen.... (Oor, 10/09/1994)
• Ik wil alles weten over mengtafels en microfoons en opstellingen. Welke mike… (Rob van Donselaar: Studio Zeezicht. 2018)