Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 21-12-2020

michelen

betekenis & definitie

1) (17e eeuw) (Barg.) copuleren, neuken. Bargoense syn. zijn o.a.: afhakken*; bonzen*; doppen*; een doppie* maken; op zijn duim* gaan hangen; fietsen*; flippen*; foeken*; gamelen*; goumelen*; huttemannen*; jensen (jenzen)*; joekelen*; kienen*; kieren*; mailleren*; melochemen*; pezen*; piepelen*; pommeransen*; een punt* zetten; seroren*; stoten*; stroetsen*; tampen*; tesmemmen*; tokkelen*; votsen*.

• Gelyk nu den Hospes dit volk niet gaarne op sijn vloer siet, vermits het altemaal onverlaten en deugnieten zyn, die hun grooste vermaak scheppen in eerlyke luiden kwaad te doen, heeft hy zyn Muzikanten verbooden, ooit voor hen te speelen, en daarom veinsde den Fiolist al die deuntjes niet te kunnen, hoewel hy se al so wel weet te speelen, als eenige anderen. Door dit middel, vervolgde hy, heeft den waard zyn huis van dit moetwillig en baldadig geschoor gereinigd; want daar de Pluggen niet michelen mogen, zullen ze geen geld komen verteeren; en dese knapen syn anders menigmaal d' oorzaak datter ettelyke Luiden van daan moeten blyven. ('t Amsterdamsch hoerdom. 1681)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• 84 miljard keer per jaar bedrijft het mensdom het ‘oeroude steekspel’, wordt er ‘getokkeld’, ‘gevedeld’, ‘gemicheld’, ‘van de kruk gegaan’, en hoe het erotisch bedrijf ook verder genoemd mag worden. (Robert Long: Liegen mag. 1993)

2) (17e eeuw) (Barg.) lachen. Reeds opgetekend in het werk van de dichter en arts Salomon van Rusting (hij had als bijnaam ‘de drekpoëet’, vanwege zijn 'fecalische' poëzie’).

• Waar ben je nu die michlen kunt? Zie zo! een dansje, dat's de munt. (Salomon van Rusting: De vol-geestige Werken van Salomon van Rusting. 1685-1698)
• Michelen (2): lachen, (zie M. migchelen). (Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 46. 1927)
• Michelen lachen mol molle. (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

< >