Wat is de betekenis van mensdom?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mensdom

mensdom - Zelfstandignaamwoord 1. alle mensen van alle plaatsen en tijden tezamen als één groep Hoewel het mensdom maar al te goed weet hoe het met de dinosaurussen afgelopen is, stoppen we niet al te veel energie in het voorkomen van de volgende botsing. Er is nu eenmaal de ijzeren psychologische we...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mensdom

mensdom - zelfstandig naamwoord uitspraak: mens-dom 1. alle mensen samen ♢de christenen vormen maar een klein deel van het mensdom Zelfstandig naamwoord: mens-dom het mensdom

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

mensdom

die menslike geslag.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mensdom

s.n., minskdom (it).

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mensdom

o.; het menselijk geslacht; al de levenden en doden samen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mensdom

('menz) o. menselijk geslacht, gezamenlijke mensen. Syn. mensheid.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mensdom

o., het menselijk geslacht, alle mensen.