Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-03-2021

'm poetsen

betekenis & definitie

(1900) (inf.) er vandoor gaan; vluchten. Syn.: ‘m smeren.

• ‘Kom, gauw, ze vergeet je, zet je hoed op! Ben je mal om zoo lang te wachten. Ik had 'm al lang gepoetst! O zeg we hebben ons 'n ongeluk gelachen! Eigenlijk om niets....’ (Top Naeff: School-idyllen. 1900)
• 'Dat zal uw geliefde Keins wel zijn. Ik poéts 'm'. (Marcellus Emants: Inwijding. Haags leven. 1901)
• Dan is er aan vechten niet meer to denken en de Duitschers, het wachten moede, poetsen 'm. (Johan Christiaan Schröder: Journalistieke rolmops. 1913)
• ‘Ze hebben 'em gepoetst, meheer!’ was de snuggere opmerking van Pietje. (J.B. Schuil: Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen. 1952)