Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-12-2020

loodgieter

betekenis & definitie

1) (2007) (Amsterdam, stud.) student(e) die de tandartsopleiding in Utrecht heeft gevolgd. Dergelijke tandartsen zouden technischer opgeleid zijn en eerder repareren.

• Degenen die hun opleiding bijvoorbeeld in Utrecht hebben gevolgd, worden door de Amsterdamse (ex-)studenten 'loodgieters' genoemd omdat ze technischer zijn opgeleid en eerder repareren. (HP/ De Tijd, 14/12/2007)

2) (1990+) (Vlaanderen, pol.) politicus die veel compromissen moet maken en die allerlei bochtenwerk moet verrichten om dingen gedaan te krijgen. Een prototype was ex-minister Jean-Luc Dehaenen.

• Vroeger had je een transnationale, culturele en politieke klasse die veel kosmopolitischer gericht was. Nu wordt de dienst uitgemaakt door een soort van loodgieters, die de buizen aan elkaar moeten lassen. Dat is toch zeer treurig allemaal. Mensen met een echte, bezielde politieke visie komen in het huidige politieke klimaat niet meer aan de bak, noch in België noch in Europa. (de Standaard, 10/11/2005)
• Hij was niet onder te brengen in een bestaande categorie van politici. Hij liep ook voorop. Dertig jaar voor het einde van het dassentijdperk in de politiek, trok hij al dasloos de Wetstraat in, in trui met rolkraag. En het scheldwoord dat men voor hem bedacht had – loodgieter – boog hij om tot een eretitel. Jean-Luc Dehaene was niet wie velen dachten dat hij was, meent Guy Tegenbos. (de Standaard, 16/05/2014)