Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-07-2023

kruid

betekenis & definitie

(vóór 1930) (Zaanstreek: kruut) vrouwelijk geslachtsorgaan. Aantekening van Boekenoogen.

• kruut, znw. Vrouwelijk schaamdeel. // Je kruut, meid! (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971. Aanvullingen)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Populair zijn ook benamingen voor geslachtsorganen: taboewoorden voor vrouwelijke geslachtsdelen vinden we vooral onder de /ʌü/-woorden (pruim, muis, kruid enz.), en voor de mannelijke vooral onder de /_i/-woorden (partij, pijl of pijp). (Jana Kijonková: Taboewoorden en diftongering in het Nederlands. Taboo Words and Diphthongs in Dutch. 2010)