Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-06-2022

kommaneuker

betekenis & definitie

1) (1981) (scheldw.) pietluttig persoon; muggenzifter, haarklover, vitter op kleinigheden; ambtenaar; taalfundamentalist. Er bestaat ook een werkwoord 'kommaneuken' (vitten op kleinigheden). Vgl. kanarieneuker*; mierenneuker*; palingneuker*; papierneuker*; puntenneuker*.

• Lezersbrieven, redaktionele lolbroekerij tot voorwoord gekneed, gedichten als schoolvoorbeelden van kleppermanspoëzie, een feministenbladspiegel en een hopeloos over zichzelf struikelende strip zijn de ingrediënten van dit gistend gedoe. Zullen we toch maar Boons beeld met de kont richting Noordergrens plaatsen? Wat de Gist-mensen missen, is een goeie kommaneuker. (tijdschrift Yang. Jaargang 17. 1981)
• Paardekooper toont zich een kommaneuker, getuige het volgende citaat: „Strikt genomen had er '-jaja,-ja moeder' moeten staan, aangezien de oorspronkelijke tekst had: "'jaja", "ja moeder'", wat toch een heel verschil is". Dit is de ware schriftgeleerde! (NRC Handelsblad, 16/12/1983)
• De taal der Nederlanders kent talloze woorden en uitdrukkingen die nooit in een woorden-boek terechtkomen. Dat is betreurenswaardig. Hoe graag zou ik, om uiteenlopende redenen, willen kunnen opzoeken: aargh, bliep, Copacabana, Droste, El Al,Fjodor, gossie, house warming party, Illinois, Jozo, kommaneuker, lasagne,Memisa, origami, Porsche, quoten, runninggag,Saab, Tesselschade, UCLA, Vim, wauw, xerez, yagh en zwoesj. U vindt mis-schien dat zulke woorden niet in Van Dale thuishoren. Maar waarom nou eigenlijk niet? Het zijn toch bestaande woorden, even algemeen als aardkorst, bliek, coproduktie,drossen, etcetera? (Onze Taal, september 1984)
• Mijn wetskennis en zeker mijn kennis van de samenhang van wet en ideologie was - met name in die dagen — te gering om op niveau weerwerk te kunnen leveren aan de juridische kommaneukers die toen het ministeriële kabinet bevolkten. (Otto Dijk: Excellentie, wilt u dat het kan of dat het niet kan? 1985)
• Een nieuw-spellende kommaneuker uit Utrecht concludeerde dat Kaplan een drol was, een Jan Lul die het leven versgrikkelik vond. (Leon de Winter: Kaplan. 1986)
• De Leestekewijzer vormt een houvast voor leraren Nederlands, voer voor kommaneukers en verplichte kost voor redacteuren. (NRC Handelsblad, 12/01/1991)
• De laatste bolwerken van de kommaneukers en vergadertijgers moeten vóór 2 maart worden geslecht. De dertigers en veertigers binnen de partij worden nu al als `krasse knarren' afge-daan. (Vrij Nederland, 16/10/1993)
• Wat nu nog achter zijn rug om werd gefluisterd (‘dooie diender’, ‘fossiel’, ‘kommaneuker’) zou hardop gezegd gaan worden. (P.F. Thomése: Haagse liefde & De vieze engel. 1996)
• De ambtenaar daar bagatelliseerde het TNO-rapport, aldus Van Brandenburg, die de ambte-naar vervolgens verweet regels te bedenken, om deze vervolgens als eerste aan de kant te schuiven. Van Brandenburg: "Hij noemde mij een kommaneuker. Toen heb ik het gesprek beëindigd." (NRC Handelsblad, 20/11/2000)
• Hij zegt: 'Wij krijgen niet alleen de euro, maar ook de komma'. Hij verduidelijkt: 'Bedragen als 0,79 of 3,21'. Hij kijkt mij aan alsof hij vreest net als de Nederlander een kommaneuker te worden: 'Geld wordt geld waard.' (de Volkskrant, 28/12/2001)
• De partijleider wil zich niet laten insnoeren door een beginselprogramma, opgesteld door semi-regenten en academische kommaneukers. (Elsevier, 08/11/2003)
• Vooral de toon die de procureur had aangeslagen, had hem diep beledigd, die kommaneuker, die arrogante kwast. (Conny Braam: Het schandaal. 2004)
• Deze schrijver stond wijd en zijd bekend als een kommaneuker en taalpurist van het zuiverste water. (HP/ De Tijd, 09/01/2004)
• ‘Die operetteprins,’ zei Rokus, ‘dienstklopper, kommaneuker, dwerg. Als hij de kamer binnenkomt gaan de boeken direct in het gelid op de planken staan en ordenen de papieren in mijn bureaula zich.’ (Henry Sepers: De zondaars. 2005)
• Misschien dat ‘het neukbeest’ die zwakbegaafde dan meteen kon vertellen dat je ‘jij vindt’ met ‘dt’ schrijft. Die laatste opmerking vond ik de mooiste van allemaal. Typisch Anouk, taalpuriste en kommaneukster pur sang. (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)

2) (2017) (Amsterdam) boekhouder. Syn.: cijferneuker*.

• Ome Jan is de bank van lening, kommaneuker een boekhouder en torpedo een drol. En er is nog zo veel meer. Uilepis betekent een plat biertje, musselientje een roze koek en een dweil is een vrouw die met elke man naar bed gaat, maar geen temeie is (prostituee) of zelfs een A16: eentje met heel veel klanten. (www.metronieuws.nl, 27/08/2017)
• Kommaneuker. Een boekhouder. (Mirjam Deen & Lisa Maschhaupt: De Amsterdame. Levenswijsheden, ongeschreven regels en aangepaste wetten. 2018)