Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 05-05-2023

koffieboon

betekenis & definitie

1) (19e eeuw) (inf.) (vaak verkleinvorm) vrouwelijk geslachtsorgaan. Het WNT citeert ‘Het Inlandsche Koffijboontje. Ondersch. Drink-Conditiën’.

• Koffieboon: vrouwelijk geslachtsdeel. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Voorwerpen die de vrouwelijke sexe aanduiden zijn onder andere: een geopende mossel, een koffieboon, een mond. (Anton Constandse: Eros -de waan der zinnen. 1977)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Hij maakte zijn hand open en ik zag een enkele koffieboon. Zo'n ovaal dingetje met in het midden over de lengte een sleufje. 'Een koffieboon,' zei ik. 'Nee, sufferd,' antwoordde hij. 'Dat zie je toch! Het is een kut!' (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan. 1982)
• Saartje zou later ook kinderen krijgen. Dan moest ze het ook doen. Ik zou haar koffieboontje best eens willen zien, maar dat mocht ze nooit weten. (Sal Santen: Saartje gebakken botje. 1983)
• Ondergoed daar hadden ze nog nooit van gehoord, zó met die koffieboon bloot! (Jan Cremer: De Hunnen. 1983)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• Dat was het grootste succes van Jan Lemming altijd. Die had zijn eigen schnitselbankbord. Daar had hij allemaal dingen op getekend, weet je wel. Bijvoorbeeld een koffieboon. Zo'n halve koffieboon met een verticale streep erdoor en in het midden daar weer een heel fijn puntje op. En dan zong hij: “Is dat niet een koffieboon?” En dan zag je dat plaatje en je dacht aan iets anders, maar je moest toch met z'n allen terugzingen: “Ja, dat is een koffieboon!” (Rinus Ferdinandusse: De bloedkoralen van de bastaard. 1972)
• Met een blos op onze wangen bewonderen we elkaars fantasieën, pikkies, koffieboontjes, er komt haast geen eind aan. (Sal Santen: Heden kijkdag. 1987)
• (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)
• Ze weet zelf nog van niets, maar in de uitzending van Big Brother werd gisteren onthuld dat bewoner Tanja in verwachting is van een dochter. Dat bleek gisteren uit de echo die van haar buik werd gemaakt. Volgens de vroedvrouw is er geen twijfel mogelijk. "Ik zie duidelijk twee koffieboontjes tegen elkaar zitten. Honderd procent een meisje." (het Parool, 09/09/2005)
• Bakertaal als ‘koffieboontje’, ‘tietenwerk’ of godbetere ‘Jamaica’ zal ik echter nooit gebruiken, al ben ik op mijn puberaalst. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Zijn slagwerk in jouw inkomen. Zijn schachtenduiker in jouw schacht, miemel, mossel, koffieboon, muis, muts, flamoes, foef, koelie, oester, preut, prut. (Stella Bergsma in De Volkskrant, 19/01/2017)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)

2) (1985) racistisch scheldw. voor een kleurling. Voetbaltrainer Fritz Korbach gebruikte het woord in een interview in 1990.

• Als een opmerking hem niet aanstaat, zegt hij dat meteen. Meestal is het grappig bedoeld, niet serieus. Dan zegt een student tegen hem: 'Hé koffieboon.' 'Dat kwetst me niet,' vertelt hij. (Vrij Nederland, 13/04/1985)
• Die andere, die koffieboon van PSV (Romario) verziekt het spel alleen maar. (het Parool, 15/12/1990)
• Fritz Korbach zegt over Bryan Roy: ‘Die kleine rot-neger doet op het moment dat hij de bal kwijt is niets anders dan iedereen op zijn poten trappen.’ En over Romario heeft hij gezegd: ‘Die koffieboon gaat te pas en te onpas liggen om spelers kaarten aan te naaien.’ (Sport Internationaal, januari 1991)
• Maar toen trainer Fritz Korbach dit jaar in een interview Bryan Roy als 'die rotneger' omschreef en Romario karakteriseerde als 'de koffieboon van PSV' kostte hem dat slechts een paar honderd gulden. (NRC Handelsblad, 25/05/1991)
• Het wordt steeds grover, beamen de anderen. Bij NAC heeft een tegenstander 'een kop om op te schieten', bij Feyenoord hanteert men het woord 'kutkanker' als adjectief voor ongewenste elementen -kutkanker, Turken, 'kutkanker joden' -en op vrijwel alle tribuines heet een kleurling een pleurisnikker, een baviaan, een klere-aap, een kankerneger, een banaan, een vuile koffieboon, een kankeraap. Als Ajax op bezoek komt, gaan de fans van de tegenpartij zingend op 'jodenjacht', of bootsen ze met sissende geluiden ontsnappend gas na. (HP/ De Tijd, 23/08/1991)
• Een voorwaardelijke schorsing en een boete, die Heerenveen-trainer Korbach kreeg omdat hij Romario een koffieboon had genoemd... (de Volkskrant, 07/03/1992)
• Korbach gaat, zonder dat hij zich daarvan bewust is, uit van een ideaalbeeld, waarin mensen niet (negatief) denken in zwart en wit. Helaas bestaat die wereld niet. Daarom, en dat realiseert Korbach zich nu ook wel, had hij het woord koffieboon niet moeten gebruiken omdat dat woord vroeger scheldwoord is geweest voor Molukkers en Indonesiërs en daardoor een historische lading heeft. (Nieuwe Revu, 19/03/1992)
• Het is al meer dan tien jaar geleden dat hij (= Fritz Korbach, nvdr) Bryan Roy 'die kleine rotneger' noemde en Romario 'die koffieboon uit Eindhoven'. (Nieuwe Revu, 15/01/2003)
• Ik ga mijn lul toch niet in een vuilnisbak stoppen? En wat als je kinderen krijgt? Dan zit je met een kansloze koffieboon. (Robert Vuijsje: Alleen op de wereld. 2009)
• Als een kind van ouders die een tijd buiten de keerkringen moesten leven, bijvoorbeeld mensen uit Nederlands Indië, in een klas werd geplaatst, werd dat kinderen enorm gepest!
“Blauwe”, “koffieboon”, “Kromo”, dat waren de nog aardige scheld- en treiterwoorden. (Peter Langendam: Boeren, burgers & politici. 2010)
• Die fokking koffieboon. De gast betaalde altijd te laat, weet je. (Peter Buwalda: Bonita Avenue. 2010)

3) (2004) (biol.) (steeds verkleinvorm) bijnaam van het amonietslakje.

• Maar vaker nog doet De Bruyne aan 'thuisjutten'. "Ik ben dan al met een emmer het strand op geweest, heb die op de juiste locaties volgeschept met schelpengruis, en haal die berg thuis door een aantal zeven. Kijk, en dan wordt schelpenzoeken pas echt interessant. Ik ga zelf helemaal voor de kleine soorten. Mijn favoriete wenteltrapjes en spoelhoorntjes zie ik nog wel met het blote oog op het strand liggen, maar toppers als het amonietslakje of het koffieboontje: daar heb ik echt de microscoop bij nodig. Het slakje is bijvoorbeeld nog geen 1 millimeter groot. Tja, dan begint het echte werk.' (Trouw, 06/12/2004)

4) (1984) (Vlaanderen, spot.) iemand die klein van gestalte is.

• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

< >