Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-10-2020

klant

betekenis & definitie

1) (2016) (begrafenisondernemers, euf.) lijk. Een 'klantverzorger' is bijgevolg iemand die lijken balsemt.

• Wij brengen de klant binnen. Jouw taak is het de klant zo schoon mogelijk op te leveren aan Anita, de decorateur, die in de kamer hiernaast zit. Jos brengt de klanten en haalt ze weer op. (Martijn Benders: Fliermans passage. 2016)

2) (2013) (euf.) iemand die in een penitentiaire inrichting zit.

• In de EBI zitten ‘klanten’ die bekendstaan als zeer vluchtgevaarlijk en gedetineerden die justitie als extreem gevaarlijk beschouwt. (Mick van Wely: Levenslang. 2013)