Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'klant'
Een lastige klant
Iemand die veel noten op zijn zang heeft, iemand die overal aanmerkingen op maakt, die op alles wat te vitten heeftEen gezellige klant
Wordt ironisch gebezigd voor iemand, die bar ongezellig is; een onuitstaanbare kerel’t Is een klant
Het is een listig man; een man van zonderlinge manieren; ook: ’t is een doordraaierDe klant is koning
De klant mag eisen stellenEen winkelier moet altijd rekening houden met de wensen van zijn klant
Dat is een klant die niet wegloopt
In de 13de eeuw gaf men aan de kleine schuiten die op de Seine en de Loire voeren, en die de Parijzenaars van brood voorzagen, de naam van ‘chalands’. Zij die er van kochten, werden allengs ook ‘chalands’ of ‘klanten’ genoemd, en eindelijk gewenden zich ook de andere winkeliers eraan hun afnemers kalanten of klanten (cliënten) te noemen. De uitdrukking wordt gebezigd t.o.v. iemand van wie men zeker is, die wel terugkeertZijn klanten (mensen) aanzien
Rekening houden met de financiële draagkracht van zijn klanten, verschillende maatstaven aanleggen voor zijn klanten (medemensen). Ook: rekening houden met hun zwakheden en gebrekenHij heeft het zo druk als een pruikenmaker met één klant
Hij doet net of hij ontzettend veel werk heeft, maar in werkelijkheid heeft hij weinig of niets te doenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren