Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-08-2023

kaken

betekenis & definitie

1) (2018) (stud.) zoenen.

• Wie de termen niet kent. Bammen is seks hebben. Kaken is zoenen. Rapekaken iemand onverwacht zoenen. Een panda is iemand die in een groep het langst geen seks heeft gehad. En jopen zijn borsten. (www.tubantia.nl, 03/08/2018)

2) (1926) (Leiden) braken, kotsen.

• kaken, braakbewegingen maken, beginnen over te geven. II Mot-je kaken? Ik begon te kaken. Dat vette eten! Ik kaak er tegen (1926). (Dick Wortel: Taal in stad en land. Leids. 2002)