Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-09-2020

jopen

betekenis & definitie

(1966) (ook: jopies) (inf.) borsten. Naar een bepaalde appelsoort, vanwege de vormgelijkenis. Syn.: bumpers*; jetsers*; joekels*; jongens*.

• Oejoejoejoej wat ‘n paar jopies. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• Tijdens het controleren van het elastisch vermogen van Joannes jopen likt Max eerst het plekje tussen haar kaak en oor... (Ronald Giphart: Phileine zegt sorry. 1996)
• Het blijkt erg rustig in de Maastrichtse binnenstad. Sylvester gaat eerder naar huis, maar wordt ‘s nachts weer wakker als de anderen, luidkeels ‘Jopen! Jopen!’ roepend, de trap opstormen. Jopen is het huiswoord voor borsten. (Nieuwe Revu, 28/05/1997)
• Hé, maar die Vicky, heeft die een beetje grote jopen? (Onno te Rijdt: Mores. 2001)
• De Nutricia’s van deze wereld leveren prima droogvoer. En niet onbelangrijk: van borstvoeding krijg je lelijke jopen en massa's gekke koeien op straat... (www.Geenstijl.nl., 14/04/2008)
• Ik haat beha's kopen, behalve in Amerika. Je wordt bij binnenkomst direct onderschept door een hoogblonde Mary Ann of diepzwarte Kenisha met een oortje in. ‘Hi, welcome at Victoria's Secret, how can I help you?’ Ik stoethaspel dan iets over dat ik wel een diepe cleavage wil, maar ook een beetje lekkere ronde jopen natuurlijk …. (Claudia de Breij: Dingen die fijn zijn. 2009)
• Al vrij snel passen je jopen niet meer in je gewone beha, is mijn ervaring. (Claudia de Breij: Krijg nou tieten! en andere zwangerschapsverschijnselen. 2009)
• Als ze liep, bewogen haar jopen ook niet mee, die dingen bleven apathisch voor zich uit staren, zonder ook maar één spier te verrekken. (Erica van Dam: Simpel. Columns. 2009)
• Ze vertelt je alles wat je wil weten. En wat je niet wil weten. En altijd die feestjopen tegen je aan. (Peter Buwalda: Bonita Avenue. 2010)
• Haar borsten, man, haar borsten. Prinses Pannenkoek had jopen vol zoetemelk. (James Worthy & Pepijn Lanen: Wat een leven. 2011)
• Kapitein Flierefluit had zich al vrij snel verschalkt tussen een tweetal jopen van topformaat en liet zich het bier smaken terwijl hij van tijd tot knikte, en de eigenaresse van de jopen in het oor fluisterend het hof maakte, en onder andere een flierefluitconcert aan boord van het Feestfregat had aangeboden. (Pepijn Lanen: Sjeumig. 2013)
• Een heel geil wijf met feestjopen en een hitlersnor boven d’r gleuf. (Peter Buwalda: Suzy vindt van niet. 2014)
• “Nou niet zo zuur doen,” zei Mulder, “je bent op Java, wat wil je nog meer? Ja, een muts, natuurlijk wil je een muts om je neus in te snuiten, dat willen we allemaal wel, met van die jopen, maar die hebben ze hier niet.’ (Viktor Frölke: Het dispuut. 2017)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)
• En warempel, in de obscure rolprent Il faut vivre dangereusement uit 1975 mocht ze heel eventjes haar joopjes laten zien, zoals de cameo van Tatjana Šimi in Flodder maar dan met cuppie B. (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. Deel 2. 2019)