Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-07-2022

joodje geboren

betekenis & definitie

(1913) (sch.) gezegd als twee mensen tegelijk hetzelfde zeggen.

• Als wij thuis bij ongeluk weleens rijmen in wat we zeggen, bijvoorbeeld: „geef me nog een stukkie vleesch, o wat ben ik heesch", dan roepen mijn kinders: dr is een Joodje geboren. (Rotterdamsch nieuwsblad, 22/01/1913)
• Als twee personen toevallig tegelijk 't zelfde zeggen, is er een Joodje geboren. Jodenrijmpjes, meer of minder fraai en liefelijk, zijn legio, evenals de spotvertelsels ten koste van „de natie". (De Tijd, 08/04/1936)
• Hij was van joodse ouders en hier werd in die tijd, als men tegelijk begon te praten, gezegd: "zo, der is een joodje geboren". (L. van der Knaap: Oostvoorne in oude ansichten. 1970)
• Joodje (jodenkind) geboren! [Als twee mensen tegelijk hetzelfde zeggen.] (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978. Vierde druk. 1980)
• (Inez van Eijk: Als m'n tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders, dijenkletsers en andere uitdrukkingen uit de Nederlandse taal. 1995)