Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-08-2020

jampotje

betekenis & definitie

(1983) (ook wel: jampotglas) (meerv.) (jeugd) dikke brilglazen. Ook als benaming voor de drager van zo’n bril. Syn.: jampotkijker*.

• IJdelheid. Puur ijdelheid. Ik had van die jampotjes, min negen dus zonder lenzen zie ik geen hand voor ogen. Die rotdingen. Altijd stof in je ogen en je ziet er veel te duidelijk mee, al die smerige rotzooi in de stad zie je, alles moet je zien. (Het Parool, 17/09/1983)
• Prinses Juliana: ook een bekende brildrager, Phonogram I Elton John heeft altijd hoog gescoord in de sector absurde excessen. ANP Met Loes Haasdijk deed 'de bril voor het mooi' zijn intrede. De twee jampotjes van Freek de Jonge. (Het vrije volk, 08/02/1990)
• Jampotje: iemand die een bril draagt met opvallend dikke glazen. (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)
• Ook de eisen voor de sterkte van brilleglazen zijn volgens hem niet werkbaar. "Zelfs met een lenssterkte van +10 kun je prima een vrachtwagen besturen. Vroeger had je dan de bekende jampotjes op je neus, waardoor het gezichtsveld erg beperkt was, maar de moderne industrie kan betere optieken en monturen leveren.' (Algemeen Dagblad, 11/02/1992)
• De tijd van de gezichtsbeperkende jampotjes is allang voorbij. Met de kwaliteit van de huidige brillen kun je zelfs nog met plus 10 de weg op. (Trouw, 07/03/1992)
• Want mijn grootvader zag héél slecht. Zijn koolzwarte ogen tuurden de wereld in door een bril met dikke glazen die wij, de kleinkinderen, oneerbiedig als jampotjes bestempelden. De jampotjes boden slechts eerste hulp, ze bezorgden mijn grootvader geen zicht op de wereld. (De Telegraaf, 24/04/1993)
• Eigenlijk zou de penningmeester van de harmonie de lidgelden moeten innen , maar dat is sinds kort meneerke Geelman, die niet goed meer kan lezen , zelfs niet met zijn brillenglazen als jampotjes. (Paul Verhuyck: Hout en koper. 1999)
• De kinderen noemden hem 'brilkikker' en zijn brillenglazen 'jampotjes', maar hij trok zich niets van hen aan, evenmin als van mij… (Meir Shalev: Kus van Esau. 2011)