Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-08-2021

inktkoelie

betekenis & definitie

(1899) (inf.) kantoorbediende; militair die administratief werk verricht; iemand die van zijn pen moet leven. In soldatenslang ook: inktjurk; inktvlek. Vgl. Engels: ink-slinger; Frans: chieur d'encre.

• Een geliefkoosd scheldwoord van hem was: Inktkoelie. Welnu, de heer Schröder heeft wel getoond te zijn een inktkoelie te zijn in de allerlaagste beteekenis van het woord. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 26/01/1916)
• Toen Lydia hem aan Elga voorstelde zei hij: "Befaamd danseres ontmoet inktkoelie". (de Groene Amsterdammer, 14/01/1939)
• Hitler's "Mein Kampf" is een slecht geschreven ontboezeming van vaderlands lievende bierhuis- en cafékletspraat. Het bestaat uit herkauwde kranten-kruimels van de borreltafel en uit politieke geruchten, en de ontboezemingen van Goebbels, den Minister van Propaganda, zijn nog beneden het peil van een groven vuilsprekenden inktkoelie. (de Groene Amsterdammer, 06/01/1940)
• Vooral als de inktkoelies alles schrijven wat Goebbels hun voorkauwt. (K. Norel: Engelandvaarders. 1945)
• Zo'n inktkoelie. (Piet Bakker: Zo was het. 1962)
• Ach - hij herkende mij meteen als inkt-koelie? (Willy van der Heide: Toen ik een nieuw leven ging beginnen en andere waargebeurde verhalen uit de jaren vijftig. 1979)
• ... het legertje inktkoelies dat de kolommen van Privé vult. (de Volkskrant, 14/02/1987)
• Ik ben niet moeilijk, maar ook geen inktkoelie. (Vrij Nederland, 07/09/1991)
• Zo begon hij als een inktkoelie in 'Koekoek' de wekelijkse rubriek 'Brieven van Pierken', een humoristisch feuilleton waarin de belevenissen van de Gentse volksjongen Pierken worden verteld. (Vrij Nederland, 18/08/2001)
• Gooi deze PC dan in de pot onder u en leest u voortaan eens wat van die impotente intkoelies van Nymph. (Propria Cures, nummer 1-2 van jaargang 2001-2002)
• Aanleiding was een stukje van Elsevier-columnist Nic van Rossum, die ik ooit beschouwde als de allerergste inktkoelie van het grootkapitaal, maar die zich nu volkomen terecht bleek rot te ergeren aan de lobby voor windmolens. (HP/ De Tijd, 05/04/2002)
• Klein taalgebied, bekrompen oplagen, het inkomen van een inktkoelie... (A.F. Th.: De Movo Tapes. 2003)
• De brief werd keurig afgedrukt, alleen werd de passage over de heer Broertjes geschrapt. Volgens de heer Broertjes heeft een vazal van hem dat gedaan. Niet op zijn gezag. Een inkt-koelie die op promotie en een grotere lease-auto hoopt. (NRC Handelsblad, 16/10/2004)
• ‘Twee bladzijden?’ riep hij. ‘Gódverdomme, hebben we het hier écht over twéé bladzijden? Man, die tik je in een kwartíér.’
Jij wel ja, inktkoelie, dacht ik. Tikgeit. Telexrukker. ‘Het moet in De Gids,’ mompelde ik. ‘Het is een essay.’ (Hugo Borst, Matthijs van Nieuwkerk & Henk Spaan: Aartsrivalen. Voetbal in het heetst van de strijd. 2018)