Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 23-12-2020

ijzeren paard

betekenis & definitie

(19e eeuw) (cliché) literaire benaming voor een stoomlocomotief; soms ook: fiets. Dateert uit een tijdperk toen paarden nog de meeste machines aandreven. De term werd vooral populair dankzij films (westerns) en andere media.

• ‘Het geeft mij altijd een bijzondere gewaarwording,’ zeî mijn oude reisgenoot, in den loop van het onderhoud, ‘wanneer ik deze streek doortrek. Ik word daarbij zoo levendig herinnerd aan een geschiedenis, welke hier in de buurt voor een tiental jaren plaats vond. Men had er toen geen voorgevoel van, dat eens in deze oneindige wouden het brieschen van het ijzeren paard weêrgalmen zou en de overoude bewoners naar de verwijderdste hoeken van hun werelddeel zou terugdringen.’ (De Gids. Jaargang 16. 1852)
• Weldra vliegen de huurrijtuigen beurtelings stedewaarts, de zware omnibussen sluiten den stoet, en in min dan eenige oogenblikken is het ijzeren paard op stal gezet, de bedienden zijn in hunne holen teruggekropen, de reizigers verdwenen en de statie is weder in hare vorige stilte gedompeld. (Hendrik Conscience: De volledige werken. 1912)
• Het ijzeren paard had een vrachtje te trekken!
Hij zuchtte en pufte, maar 't was ook zoo zwaar.
En Lientje die zat maar geduldig te wachten,
Zoo telkens dan dacht ze: ‘Hè, gingen we maar.’
Daar klonk in de verte opeens weer de fluit,
En langzaam, heel langzaam ging Lientje vooruit. (Henriëtte Blaauw: Met z'n drietjes. 1922)
• Het IJzeren Paard door Marie- Anne Asselberghs: Versierd verslag van de lotgevallen van de Stoomlocomotief. (Hollands weekblad. 1959)
• Het ijzeren paard (locomotief). Het Grote Paard (Equus, Pegasus; sterrenbeeld). Het Kleine Paard (Equuleus, Cyllaris; sterrenbeeld). (De Brabantse folklore. 1966)
• De stationschef haalde zijn horloge tevoorschijn, hield zijn spiegelei omhoog en blies op de fluit. Langzaam zette de machtige locomotief zich in beweging. Dampend, steunend en zuchtend schoof het ijzeren paard vooruit. (Jan Cremer: De Hunnen. 1983)
• Het station was nog in aanbouw en de treinen reden nog niet met de frequentie van nu; een ongemak dat waarschijnlijk goed werd gemaakt door het theatrale effect van stoom en fluit als ‘het ijzeren paard’ eindelijk dampend en puffend arriveerde. (Marjolein Bierens: Hotel Schiller. 2020)