Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-08-2020

huisvrouw

betekenis & definitie

1) (2000+) (Vlaanderen, euf.) vnl. Antwerpse term om een vrouw mee aan te duiden die zich prostitueert, terwijl haar echtgenoot aan het werk is. De huisvrouwen houden zich vooral op in de buurt van het Atheneum. Vnl in contactadvertenties. Vgl. maandagvrouwen*.

• hey lekkere mannen hebben jullie zin in een geil avontuur met een leuk huisvrouwtje? (www.redlights.be, ongedateerd)
• Hey Ik ben een leuk huisvrouwtje die houd van lekkere sex ik heb een natuurlijke D-cup waar je lekker op kan klaarkomen. (damesontvangenthuis.skynetblogs.be, ongedateerd)

2) (2013) (euf.) vrouw die in pornofilmjes de rol van huisvrouw speelt.

• Misschien moet ik me melden bij www.pondjemeer.nl, waar ‘hete Hollandse huisvrouwen’ hun klanten via de webcam ophitsen. (Heleen van Royen: De hartsvriendin. 2013)