Wat is de betekenis van huisvrouw?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

huisvrouw

niet buitenshuis werkende vrouw. doorgaans getrouwde vrouw die als hoofdbezigheid het beredderen van haar huishouden heeft en die niet buitenshuis werkt. Voorbeelden: Zo werd de zorg voor kinderen en huishouden het specialisme van de huisvrouw en betaald werk dat van de mannelijke kostwinner. http://www.fss.uu.nl/soc/hg/nsv/md99.t...

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

huisvrouw

1) (2000+) (Vlaanderen, euf.) vnl. Antwerpse term om een vrouw mee aan te duiden die zich prostitueert, terwijl haar echtgenoot aan het werk is. De huisvrouwen houden zich vooral op in de buurt van het Atheneum. Vnl in contactadvertenties. Vgl. maandagvrouwen*. • hey lekkere mannen hebben jullie zin in een geil avontuur met een leuk huisvrouwt...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huisvrouw

huisvrouw - Zelfstandignaamwoord 1. een vrouw die thuisblijft om het huishouden te doen Sinds een week bestaat-ie: de club van slechte huisvrouwen. Woordherkomst samenstelling van huis en vrouw Antoniemen huisman

2024-04-24
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Huisvrouw

Huisvrouw - Antwerpse term om een vrouw mee aan te duiden die zich prostitueert, terwijl haar echtgenoot aan het werk is. De huisvrouwen houden zich vooral op in de buurt van het Atheneum. Ook in advertenties: Leuk huisvrouwtje ontvangt enz. Vgl. half-en-half.

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huisvrouw

huisvrouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: huis-vrouw 1. vrouw die thuis voor haar gezin zorgt ♢ mijn moeder heeft geen baan, ze is huisvrouw Zelfstandig naamwoord: huis-vrouw de huisvrouw ...

2024-04-24
Begrippenlijst Omroep Reclame Nederland

Omroep Reclame Nederland (2016)

Huisvrouw

Huisvrouw is degene die in het huishouden in hoofdzaak verantwoordelijk is voor de werkzaamheden in het huishouden, zoals boodschappen doen, eten koken, huis schoonhouden, wassen etc. en die niet tegelijk ook de hoofdkostwinner is, De huisvrouw kan in deze een man of een vrouw zijn.

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

huisvrouw

huisvrouw - Getrouwde vrouwen die hun eigen huishouden doen, vooral wanneer dit hun voornaamste bezigheid is.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Huisvrouw

s., (hús)frou.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)