(1970) (i.p.v. reet ook kont) (inf.) het kan me niet schelen; mij een zorg. Talrijke syn. in de volkstaal.: het zal me aan m'n bal* jeuken; kan mij het ballen*; mij een biet*; wat kan het mij bochelen*; bomt* mij wat; dat kan me niet bommen*; mij een bonk*; wat kan het mij bouten*; dat kan me niet donderen*; het kan me niet frotten*; wat de fuck*; mij een jeuk*; mij zal het jeuken*; kan mij niet kanissen*; wat neukt* mij dat; ik heb er niks mee aan mijn pet*; dat maakt mij de pis* niet lauw; dat zal me aan m'n reet* lazeren; dat zal me een roodkoperen* rotzorg zijn; wat kan het mij rotten*; het zal mij een rotzorg* wezen; dat interesseert me geen kale scheet*; sjat* me lou; het zal me geen ene moer verblotekonten*; het kan me niets verdikkebillen*; het kan mij niks verdommen*; verdooien*; het kan me niks verfluitketelen*; dat kan me niets verhoutestinkebenen*; het kan me geen bal verkolonialen*; wat kan het mij verkrommekonten*; het kan mij verlatafelen*; vermallemoeren*; verpaffen*; verpoepen*; verrekken*; verrotten*; versinterklazen*; versodemieteren*; vervettekonten*; vriezen* we dood dan vriezen we dood; het zal mij worst* wezen.
• De schade voor de eendenbedrijven werd berekend op f 3,22 per eend per jaar. Het kan de heren in Den Haag de kont roesten, want ze lieten weten, dat we helemaal niets zouden krijgen. (De waarheid, 21/05/1970)
• Kijk, wat dat betreft zijn natuurlijk alle politieke partijen asociaal. Veel beloven, maar wat komt ervan? Ze hebben me nog es gevraagd een propagandaliédje voor DS'7O te maken. Dat heb ik gedaan,' ja, natuurlijk.; 't Zal me me reet roesten. Ik kreeg er geld voor. (Het vrije volk, 25/07/1975)
• Wat z'n klanten ervan vonden zou 'm aan z'n kont roesten. (J.A. Deelder: Schöne Welt, 1982)
• roeste, w. w. in de zegsw. dat zei moin an m'n kont roeste, dat zal mij een zorg zijn. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Maar als wij een nummer zouden maken wat we zelf goed vonden en we kwamen er mee in de top 40, dan zou het me aan mijn reet roesten. (Vrij Nederland, 10/03/1984)
• Mijn Hélène-Swarthstuk: het zal mij aan mijn kont roesten of het nou wèl of niet en mèt of zonder enthousiasme van de redactieleden in dat blad De Revisor komt. (Jeroen Brouwers: Kroniek van een karakter: 1976-1981, de achterhoek. 1986)
• 't Was waanzin om van punk '77 een revolutiejaar te maken. Punk ... 't zal de wereld toch aan z'n reet roesten. (Oor, 24/01/1987)
• Persoonlijk zal 't mij aan m'n kont roesten op welke dag ze gaan draaien. (Theo van Gogh: Mijn favoriete graftak (en ander onheil), 1989)
• 't Zal m'n rug roesten hoe deze diaken heet. (Maarten 't Hart: De Unster, 1989)
• ‘En jullie kunnen me allemaal aan mijn reet roesten’, riep Harrie, naar de achterblijvers zwaaiend uit het deurgat. (Ton van Reen: Roomse meisjes. 1990)
• Als mijn wintersport maar doorgaat en als ik heel eerlijk ben en goed in alle kamers van mijn hart kijk, dan zal het me eerlijk gezegd ook een beetje aan mijn reet roesten hoe het met de wereld gaat. (Youp van ’t Hek: Ergens in de verte. 1994)
• Is dat vakantie? Rot op. Dat staatsieportret daar is toch een verklaring, dat zegt toch: wij willen bij elkaar horen en de rest zal ons aan onze reet roesten – niet dan? (Willem Bijsterbosch: Van de wachters. 1997)
• Die muziek zal jullie an je reet roesten... (J.A. Deelder: Angel Eyes. 1998)
• Daarom, speciaal voor die hondstrouwe groep, moet Mick gewoon die 90 miljoen aan Jerry overmaken, alsof het hem allemaal aan zijn rockreet zal roesten. (de Volkskrant, 22/01/1999)
• Maar nu is alles anders, mijn vader is dood en het zal mijn moeder aan haar reet roesten met wie ik omga. (Cindy Hoetmer: Het beest in Daisy. 2005)
• Of het nou zwart, geel of wit is. Het zal ze aan hun reet roesten. (Beau van Erven Dorens: Pijn. 2008)
• ‘Het publiek zal me aan mijn reet roesten,’ beet de gitarist hem toe. (Wanda Bommer: Boom. 2008)
• Frank had geen hekel aan de hond, noch was hij wreed tegen haar; hij was onverschillig. Hij liet het dier niet aan zijn reet roesten, zoals dat in onvervalst Amsterdams heette. (Peter Langendam: Boeren, burgers & politici. 2010)
• ‘Zoals je vast weet, lieve Ellen, heeft een kruisweg veertien staties. En dit was pas de tiende.’
‘Zal mij aan mijn reet roesten!’ (Peter Drehmanns: De schrijver en zijn meisjes. 2011)
• Die uitleg van jou kan me aan mijn reet roesten… (Myrthe van der Meer: Kalf. 2013)
• Cremeren schijnt pijn te doen. Althans, dat beweren enkele spiritisten en helderzienden die met overledenen hebben gebabbeld. Het zal me aan m’n reet roesten. (A.H.J. Dautzenberg: En dan komen de foto’s. 2014)
• Als ik mijn ei kwijt was, kon het me verder aan m’n reet roesten. (Jan D. Swart, Johan Derksen: Kanjers, culthelden en engnekken. 2014)
• 't zal me m'n Reet roeste! 't laat me koud. (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)
• Collega Godijn doet de romans en fragmenten, al moet ik iemand zo gek zien te krijgen die hem mijn oude versie van Veen ontfutselt, want hij is in staat om dat vervloekte ding met veel misbaar te presenteren, wat God verhoede, al zal het Hem wel aan Zijn reet roesten. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• In de pianobar van het hotel drinken we whisky van vijfentwintig euro per glas. Het zal mij aan mijn reet roesten, Xavi heeft immers aangeboden om onze rekening te betalen. (Jeroen Guliker: Harde noten. 2017)
• ‘Lullen!’ riep Massée. ‘Het zal me aan mijn reet roesten wat of dat een vrucht in zijn bloedbaan stopt. Een lullepot wil ik horen!’ (Viktor Frölke: Het dispuut. 2017)
• Die coole knakker die daar zat te glimlachen alsof het hem aan zijn reet roestte wat daar allemaal gebeurde. (Peter Drehmanns: Van de wereld. 2018)
