Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-07-2021

gratenkut

betekenis & definitie

(1935) (ook: gratenbaal, gratenbak, gratenlul, gratenpakhuis, gratenzak, graatkut) (scheldw.) mager persoon (man of vrouw). Bij uitbreiding ook voor een rotwijf, een trut*. Volkskrant-columnist, Jan Blokker noemde Sonja Barend ooit een 'gratenkut'. Hij verontschuldigde zich hier later voor door te stellen dat het een onschuldig, zelfgemaakt woord van zijn vader was (interview met Opzij, november 1994). In Vlaanderen, meer bepaald Antwerpen, wordt zo iemand een benenbeiaard* genoemd. Fransen gebruiken de scheldwoorden 'fesses de mouche' en 'galette'.

• Hij heeft haast geen pote om op te staan, maar evenzovrolijk loopt die krakende gratezak achter de niezes of-ie door Onzelieveheer gestuurd wordt! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Huppel nou gauw je graf in, gratezak! (Willem van Iependaal: Adam in ongenade. 1938)
• Wil jij mijn moppie de laatste poen afpakken? Voor zo'n rotboekje van je, terwijl jij de grootste laaienlichter van het eiland bent. Met die gratekut naast je. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• Een Fransoos daarentegen wenst een zwartharig gratenpakhuis. (Martin Boelens: De dochter van de hondekop. 1977)
• Je bent wel een enorme schoft, Joop, maar ik zie je toch niet graag hangen door zo'n gratekut. (Dimitri Frenkel Frank: De kleinste hond ter wereld. 1980)
• Het gratenpakhuis zuchtte en verdween. (Arie Visser: Het vangen van de draak. 1983)
• Ik had zo'n gratekut, zo'n warm lijk in de Utrechtsestraat opgepikt. (Playboy, januari 1985)
• Lijders aan anorexia nervosa en andere gratenbakken zijn overigens ook van harte welkom op dit feest. (Vinyl, maart 1986)
• ... tien tegen één dat je wéer tege die gratebaal van een Carry Tefse an mot kijke... (J.A. Deelder: Drukke dagen. 1988)
• ... al z'n princessen strelen het oog en zijn, gratenpakhuis of gevuld, op en top 'dame'. (Theo Van Gogh: Mijn favoriete graftak (en ander onheil). 1989)
• Een gratenpakhuis in een decolleté rekent men niet tot de stukken (uitgezonderd een enkele Twiggy die met haar fijne takjes een andere definitie geeft van sex appeal). (Charlotte Mutsaers: Kersebloed en paardejam. 1990)
• Maartje van Weegen is voor mij gratekut nummer twee: waar haalt dat mens die status vandaan, die kan echt niks, die kan alleen een beetje knikken en tamelijk domme vragen stellen. (Jan Blokker in Opzij, november 1994)
• Die Alma, dat is toch nog een ferm vrouwmens voor haar jaren, want ze was nog, vraag het aan Gerard hier, nog begerenswaardig zullen we maar zeggen, niet zo'n graatkut zoals het tegenwoordig de mode is, vel over been, als ge de jeugd van tegenwoordig ziet, wild en lastig, ach, spreek er mij niet van. (Hugo Claus: De geruchten. 1996)
• Soms was er opeens een beeld, en dan nam het konijn de gedaante aan van dat Amerikaanse gratenpakhuis, met zilverig afgestroopt vel. (A.F. Th. Van Der Heyden: Het hof van barmhartigheid. 1996)
• Je walgt er zo van dat je zelfs van zo'n gratenkut een stijve krijgt. (Nelleke Noordervliet: Uit het paradijs. 1997)
• Wat ik heb? De pest aan die gratenkut met haar gezicht als van een doodziek spook en van dat kerstbomenrag rondom haar kop. (Jeroen Brouwers: Geheime kamers. 2000)
• Ja, dan kom ik ergens binnen, en dan bekijken die verveelde gratenpakhuizen me van top tot teen en zeggen dan: nee mevrouw, in uw maat hebben we niks! (Hanneke Groenteman: Doorzakken bij Jamin. 2004)
• De duistere thriller 'The Machinist' behelst meer dan Batman-acteur Bale als wandelend gratenpakhuis. (Nieuwe Revu, 06/07/2005)
• Wat is Daphne Deckers toch een gratenkut. (Sylvia Witteman: Pekingeend bij nacht. En andere pogingen tot echt heel erg gelukkig worden. 2007)
• Het was een gratenpakhuis met een spuuglip en kroepoekoren. (Cindy Hoetmer: Schop me! 2007)
• ‘Je bent niet vet,’ zei hij als ik me depri voelde, ‘je bent vrouwelijk. En ik hou wel van ’t type Rubens. In elk geval beter dan zo’n gratenkut. (Deborah Klaassen: Bek dicht en dooreten! 2010)
• Koos had nooit met die gratenkut in zee moeten gaan … (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• De kijkcijfers kropen met de dag omhoog. Het rokje van Stefanie ook. Maar ik dacht dat het kwam door dat enge gratenpakhuis van Fashion & Lifestyle. (Michiel Eijsbouts: Ijsvrij. 2015)
• (Bindervoet & Henkes: Dat boek met die kuttitel. Schelden en vloeken in het Nederlands. 2015)
• Max is prompt gaan kippen slachten, vanmiddag, of waren het nu gratenkutten … (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Helaas is hij niet meer zo vaak op de televisie: bij het Journaal is hij opgevolgd door een allerliefst roodharig gratenpakhuis, dat gelukkig zijn eigen charmes heeft. (Martine Bijl: Hindergroen. 2016)
• Wat gebeurde hier? Werd ik hier gekoppeld aan een overjarig gratenpakhuis? (Jef Rademakers: Moef Ga Ga. 2017)
• Al die gratenpakhuizen op de televisie, zo wilde zij er niet uitzien. (Roos Schlikker: Huisje boompje beest. 2017)
• Ja, maar ze is toch ook te mager?... Gratenpakhuis niet leuk... (Hetty Kleinloog: Volle bloei. 2018)