Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-07-2022

geef mijn portie maar aan Fikkie

betekenis & definitie

(1901) (inf.) uitdrukking van afwijzing: dat doe ik niet; daar moet ik niets van weten. Reeds bij Stoett (eerste druk uit 1901). Onze Taal van oktober 1985 (p. 135) geeft de zeispreuk: ‘Geef mijn portie maar aan fikkie, zei de pyromaan, en hij gooide nog wat hout op het vuur’.

• Als het op geweld mot, dan geef-ie mijn portie maar aan de hond, aan Fikkie! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Een Schiedammer. Geef mijn portie maar aan fikkie. (het Vaderland, 24/06/1936)
• Geef mijn portie maar an Fikkie. Daarvoor ben ik niet in de wieg gelegd, Toon. (Jan Mens: Er wacht een haven, 1950)
• Als er maar een alarm-belletje aan een brandkist zit, dan geeft ie niet thuis. Geeft u mijn portie maar an Fikkie, zegt ie dan. (Piet Bakker: Kidnap. 1953)
• Als dat kunst moet zijn, geef mijn portie dan maar aan fikkie. (Armando & Hans Sleutelaar: De SS’ers. 1967)
• Zo’n koloniaal mag creperen, als die zwartjoekels maar als juffertjes behandeld worden. Geef mijn portie maar aan Fikkie. Ze kunnen voor mijn part in Den Haag zowel als in Djakarta verrekken. (Jacob Zwaan: Soldaat in Indië. 1969)
• Torenhoge winsten doemden even in zijn fantasie op, maar ach, de moeite, tijd, spullen, en de controle op dat luie rapalje hier zeker! Bah, geef Kas zijn portie maar aan Fikkie. (Bouke B. Jagt: De muskietenoorlog, 1976)
• Ik had allang vrij kunnen zijn, ze wouen me er een tijdje voorwaardelijk bij geven, maar ik zei tegen de president dat hij mijn portie maar aan fikkie moest geven. (Sal Santen: Brand in Mokum. 1977)
• (Inez van Eijk: Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks. 1978) (p. 104)
• En er liepen klanten doorheen ..... als je het niet voor de poen zou doen, als het je werk niet was, zou je zeggen: geef mijn portie maar aan Fikkie, of: enkele reis aperots in Artis. (Albert Mol: Zo zijn. 1984)
• Fikkie, hondennaam in de zegsw. geef moin porsie maar an Fikkie, ik bedank voor de eer. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Eh bien merci, geef mijn portie maar aan Fikkie. (Monika van Paemel: De vermaledijde vaders. 1985)
• Rong schuift de kop thee opzij en maakt ruimte voor de soep. Daar drijven groenteblaadjes in, die er dikkig uitzien. Van hem moet ik ze proeven – een specialiteit van deze streek. Chinezen met hun specialiteiten! Geef mijn portie maar aan Fikkie! (Lulu Wang: Bedwelmd. 2004)
• Alleen de erfenis die Andes had achtergelaten, die mij nu in de vorm van twee intense, dwingende en dolgedraaide ogen aankeek, beviel me een stuk minder. Dit kostje had ik liever aan Fikkie gegeven. (Abdelkader Benali: Feldman en ik. 2006)
• Geef mijn portie maar aan Fikkie als ik niet meer kan fietsen! (Anne Hermans: De co-assistent. 2009)
• Ik vind niet gauw iets vies, maar als een cabaretier of clown meer heeft van een exhibitionist dan van een artiest, geef mijn portie dan maar aan fikkie. (Jan D. Swart, Johan Derksen: Kanjers, culthelden en engnekken. 2014)