Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 11-12-2022

flow

betekenis & definitie

1) (1990+) (hiphoppers) vermogen om te rappen; ritme.

• Ook flow is een hiphopwoord bij uitstek. In The Urban Dictionary definieert men flow mooi als ‘A rapper’s ability to rhyme to phat beats in a skillful manner’. Zorgen dat de woorden bij de muziek passen; rapvermogen eigenlijk, maar dat bekt niet zo lekker. Dus namen we flow onvertaald over in het Nederlands. (Vivien Waszink: Woord! De taal van nederhop. 2013)
• Sticks heeft een kenmerkende, strakke flow. Hij is geen rapper die dagen of langer over een tekst doet. (Rajko Disseldorp: Hiphop in Nederland. 2017)

2) (2014) (< Eng.) negatief of postief gevoel waarin men verkeert bij een bepaalde activiteit.

• Wekenlang had de organisatie me gesmeekt me te mogen eren. Ik had er eigenlijk helemaal geen zin in, zat in een negatieve flow. (Maarten Bax: Badr Hari. Mijn verhaal. 2014)
• Ik doe mijn uiterste best de positieve flow die mij vanaf het begin op de rit hield, vast te houden. (Paul Roozendaal en Marleen Hartog: Uit de goot. 2016)
• We moeten groter denken, een goed verhaal neerzetten. Slimme oplossingen creëren, een extra kwaliteitsslag uitzetten, zorgen dat mensen de goeie push krijgen en in een flow komen, zodat ze echt gaan performen. (René Appel: Taalstukken. 2021)

3) (2005) (hiphoppers) relatie. 'in de flow zitten met iemand'.

• ‘Ik zat in de flow (relatie) met X.’ (Leonie Cornips: Het Surinaams-Nederlands in Nederland. 2005)

< >