Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 04-07-2023

een zandwinkeltje begonnen zijn

betekenis & definitie

(19e eeuw) (euf.) gestorven zijn. Reeds bij P.J. Harrebomée: 'Hij gaat een zandwinkeltje doen.' Ook: zand verkopen.

• Hij doet een zandwinkel. Hij ligt met den neus in 't zand. Hij ligt onder de zwarte modder. Hij is onder de zerken gekropen. Hij is er onder gestopt. Hij is er onder gerekend. Hij is ingerekend. Hij is weggebragt. (de Navorscher. 1859)
• ... en dergelijke en van den doode: hij is naar Palermo om houten lepeltjes, hij is er van door, zijne kiezen zullen hem geen zeer meer doen, hij is naar Kuilenburg verhuisd, hij doet een zandwinkeltje, hij eet geen brood meer. (Taco Hajo de Beer, Cornelis Herman den Hertog: Noord en Zuid. Volume 26. 1903)
• Hij doet een zandwinkeltje. Deze eigenaardige zegswijze hoorden we van iemand in de beteekenis van: overleden zijn. (C.G.N. Vooys: De Nieuwe Taalgids. 1918)
• Een zandwinkeltje opzetten: 'hetwelk als eene alom als onwelvoeglijk gevoelde en in den beschaafden spraak ten zeerste te ontraden zegswijze is om aan te duiden dat zeker iemand het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld', aldus een 'Woordenkraam' uit 1865. De uitdrukking hield het echter uit tot + 1950. (het Vrije Volk, 09/04/1990)
• We kennen in Nederland ook flink wat uitdrukkingen die met enige grofheid naar het sterven verwijzen: naar God gaan, gaan hemelen, naar pierenland gaan, om een luchtje gaan, onder zijn pet kruipen (de laatste vooral in geval van verdrinkingen). In de categorie 'grof' of 'spottend' valt een aantal termen over de situatie van het 'dood zijn'. Termen die voor mijn gevoel toch ook een zekere relativering in zich hebben, zoals: hij is een zandwinkeltje begonnen, hij ligt met zijn tenen omhoog, hij heeft een houten jas aangedaan, hij ligt tussen zes plankjes, hij heeft een kouwe kont, hij heeft zijn poeperd dichtgeknepen, hij ziet het gras van onderen groeien, hij geeft de wormen te eten, er groeit gras op zijn buik, hij heeft een tuin op zijn buik. Persoonlijk kan ik veel sympathie opbrengen voor de milde uitdrukking 'hij is kleiner gaan wonen'. (de Telegraaf, 02/12/2006)
• Een dominee? Flauwekul. Als een mens een ‘zandwinkeltje begint’, is het uit, afgelopen en verder niks. (Catalijn Claes: Steenzetters. 2013)

< >