Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-02-2023

een tevreden roker is geen onruststoker

betekenis & definitie

(1930+) (i.p.v. tevreden ook goede) slogan van de tabaksindustrie, tot lijfspreuk verheven van de provo- en hippiebeweging. Robert Jasper Grootveld maakte de slogan populair tijdens de zgn. happenings in Amsterdam. Zijn erediensten op het Spui begon hij steevast met de formules `'s Zondags rook ik mijn pijpje, dat begrijp je' en `Een tevreden roker is geen onruststoker'. Zijn woorden werden vervolgens door de verzamelde menigte aangevuld met `Ugge, ugge, ugge'. Toch bestond deze leuze al veel eerder. Onder de provo's kreeg het begrip roken echter een andere betekenis, nl. die van `geestverruimende middelen gebruiken' (bijv. wiet roken). Bedoeld werd dat een gebruiker van drugs geen last zou veroorzaken in de maatschappij. Vgl. de Engelse slagzin 'A friend with weed is a friend indeed.' Wat de oorspronkelijke betekenis betreft: in Hans Wiegels jonge jaren hing bij de grootouders van zijn zijde een krantenrek met de tekst: ‘Een tevreden roker is geen onruststoker.' (Pieter Sijpersma: Hans Wiegel. De biografie. 2020).

• Een tevreden roker is geen onruststoker. Dat is de andere spreuk, die de kamer des heren Seldering versiert. (Simon Vestdijk: De bruine vriend. 1935)
• Over tien jaar hangen er tien,' zei hij bij de 'Series', en bij het pijpenrek: 'Een tevreden, roker is geen onruststoker. Dat is de andere spreuk, die de kamer des heren Seldering versiert. (Simon Vestdijk: Keerpunten: bloemlezing uit de novellen. 1956)
• Een tevreden roker is geen onruststoker. Ugge, Ugge, Ugge.' Na enkele minuten verschijnt anti-rook- magiër Robert Jasper Grootveld, voorzien van een masker. (Dick P. J. van Reeuwijk, Cees Noordewier: Damsterdamse extremisten. 1965)
• Hij riep: 'een tevreden roker is geen onruststoker' en 'zuster, zuster, m'n sigaretje', en dan stonden die rechercheurs daar en ja, die kon het niets schelen, want zij begrepen er niets van, het was niet gevaarlijk. (De Gids. 1966)
• Ughe ughe ughe
een tevreden roker
is geen onruststoker. (Martin Koomen: De roze vlag. 1975)
• Een tevreden roker is geen onruststoker. En wat viel vader anders te doen? (Heere Heeresma: Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp. 1982)
• Ik blijf nog wat zitten en trek met smaak aan mijn sigaar. Een tevreden roker is geen onruststoker. (L.H. Wiener: Misantropenjaren, 1990)
• 'Een tevreden roker is geen onruststoker, ' was de slogan waarmee in de jaren zestig de hasjrokende minderheid probeerde zieltjes te winnen. (Ed van Thijn: Democratie als hartstocht: commentaren en pleidooien 1966-1991. 1991)
• En we hadden nog wel zo afgesproken dat soft drugs juist niet verslavend waren. Sinds de `revival' van hasj en marihuana, begin jaren zestig - in Frankrijk en zijn Noordafrikaanse koloniën had men de zegeningen van de cannabis al veel eerder ontdekt - is de `geestverruimende' werking van de hennep-produkten op vele manieren bewierookt. `Een tevreden roker is geen onruststoker', riep Robert Jasper Grootveld tijdens de happenings bij de door `het grote Dope Syndicaat' (de tabaksgigant Hunter) betaalde Lieverdje in Magies Sentrum Amsterdam. (HP/De Tijd, 13/09/1991)
• De zitting wordt even geschorst. De verdachten lopen samen met verslaggevers, advocaten en belangstellenden naar de wachtkamer, het enige vertrek in het gebouw, waar gerookt mag worden. Daar steekt Menno nog maar eens de brand in een geurig stickie. Onder het motto: een tevreden roker is geen onruststoker. (Nieuwe Revu, 06/08/1992)
• Ik had al een Bastos tussen de lippen. `Ja, maar dit was een "joint"', zei hij. Daar moest iedereen van roken, want een tevreden roker is geen onruststoker. (Esquire, september/oktober 1992)
• Een man die een flinke sigaar opsteekt, laat de wereld zien dat hij het zich kan veroorloven achterover te leunen. Het is en blijft het rookgerei van de elite, van de arrivés. Van mensen die tevreden zijn met de dingen zoals ze zijn -een goede roker is geen onruststoker. De Hans Wiegels en Wim Duisenbergs. (Vrij Nederland, 06/09/2003)
• Zijn vak was niet alleen tabak verkopen en informatie geven over kwaliteit en productieproces, maar ook: mensen gelukkig maken door hun een anker in het leven te geven, een haven, een plek waar ze welkom waren en een praatje konden maken. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig. Een tevreden roker is geen onruststoker, luidde de oude reclameslogan. (Nelleke Noordervliet: Miss Blanche. 2004)
• ‘Een tevreden roker is geen onruststoker,’ zei oma en dan streek ze Feico, in haar ogen nog steeds dat verweesde jongetje uit Indië, over zijn bol. (Annemarie Oster: Een vrouw om achterna te reizen. 2010)
• een tevreden roker is geen onruststoker • Spreuk die aanvankelijk vooral op pijpenrekjes te zien was. Eind jaren vijftig, toen er met enige regelmaat opstootjes waren tussen nozems en de politie, kreeg de slogan ook een meer maatschappelijke betekenis, in de zin van: ‘Laat ons lekker doen wat we doen; daar heeft toch niemand last van.’ (Wim Daniëls: Mieters. De taal van de jaren vijftig. 2012)
• Een mooie man was hij ook, hij had zelfs gefigureerd in een dagbladreclame voor sigarenrokers. ‘Een sigarenroker is geen onruststoker’ was in die tijd de slogan, maar hij was het wel. (Rudi Wester: Vriendinnen van vroeger, vrouwen van nu. 2012)
• Dat wiet tegenwoordig gevaarlijk kan zijn, geloof ik. En dat je leeftijdsgrenzen stelt, kan ik me ook voorstellen, maar zo’n wietpas zal alleen maar de illegaliteit in de hand werken. Dan wordt het dealen voor jongeren interessant, dan stijgen de prijzen, dan neemt de misdaad toe – wij, oude hippies, weten dat, want wij komen uit de tijd van ‘een tevreden roker is geen onruststoker’. (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)
• Een tevreden roker is geen onruststoker. Bovendien krijgen veel rokers, vooral vrouwen, er zo’n gezellige donkere stem van. (Jaap Bartelds: Het ABC van de Nederlandse gezelligheid. 2015)
• Seks? Vroeger bestond seks niet, alleen voortplanting. Vrijheid was een sigaar op de staantribune. Er waren geen boze witte mannen. Niemand was boos. Een tevreden roker is geen onruststoker. Dat hele populisme komt voort uit de onderdrukking van de roker!' (De Volkskrant, 08/06/2019)
• Bekende leuzen als ‘Een tevreden roker is geen onruststoker’ – de afkeer van tabak ging nu gepaard met propaganda voor marihuana ofwel WIET, sinds enkele jaren door Grootveld graag geconsumeerd – werden nu afgewisseld met ‘Worteltje boven, worteltje boven, leve de republiek’. Het was de provovariant van ’Oranje boven, Oranje boven, leve de koningin’. (Jan J.B. Kuipers: De vlucht naar boven. Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig. 2023)