Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 02-08-2022

duiven op zolder houden

betekenis & definitie

(17e eeuw) (Barg.) een bordeel houden. Duif in de betekenis van `lichtekooi' dateert van de vroege 18de eeuw. Duifhuis was toen ook een benaming voor `bordeel'. Het WNT citeert bij de uitdrukking een kluchtspel uit 1715, 't Koffyhuis van W. van der Hoeven: `De Beul van Venetien, die van honger zou moeten sterven, zoo hy geen Duifjes op zolder hiel om zijn familie voor te staan ...' De uitdrukking wordt vermeld in verschillende spreekwoordenboeken (o.a. Harrebomée) en in de 'Dictionnaire complet François et Hollandois' van Marin uit 1752. Een gelijkaardige uitdrukking is: 'kippen op zolder houden'.

• Duiven op zolder (VD), of op slag houden (H.). 52. Een duivin (Meisje van lichte zeden, wonende ineen ter dacht huis). (Volkskunde, Volume 18. 1906)
Ook wordt de duiven wel een minder eerbare rol toegedacht, blijkende uit de volgende uitdrukkingen: duiven op zolder houden en duiven te drinken geven. Duiven te drinken geven beteekent minnaressen houden, terwijl duiven op zolder houden niets anders is dan bordeel houden. Legio is het aantal samenstellingen met duif (o.a. duivendreck, duivenmelker, duivenplat, duivenslag, duivenkot), doch ook ontelbaar zijn de uitdrukkingen in verband met de duif: duiven melken, zoo grijs als een duif, onder iemands duiven schieten, zoo klaar of het een duif gelezen had, d.i. of een duif de gevallen korrels had opgepikt, volkomen in orde, geheel in orde, terwijl de uitdrukking: duifje zonder gal nog eenige nadere toelichting vereischt. (Nieuwsblad van het Noorden, 10/05/1932)
• (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) p. 128
• De herbergen genoten in de zeventiende eeuw een slechte reputatie, daar veel eigenaars 'duiven op zolder hielden', dwz tevens het beroep van hoerenwaard uitoefenden. (J. H. Böse: Had de mensch met één vrou niet connen leven ...'. Prostitutie in de literatuur van de zeventiende eeuw. 1985)
• De middeleeuwen en renaissance kenden de figuur van de ‘hennetaster’ dat wil zeggen: wellusteling, die onder meer door Bruegel en Bloemaert is uitgebeeld. ‘Kip’ werd gebruikt als naam voor meisjes van losse zeden. ‘Kippen (of duiven) op zolder houden’ was een bekende uitdrukking voor bordeelhouden. (E. De Jongh: Kwesties van betekenis. Thema en motief in de Nederlandse schilderkunst van de zeventiende eeuw. 1995)
• De zegswijze 'duiven op zolder houden' voor 'bordeel houden', waarnaar zowel Enklaar als Bax verwijzen, wordt blijkbaar niet aangetroffen vóór de 17e eeuw. (Eric de Bruyn: De symboliek van de Hooi-wagen-triptiek en de Rotterdamse Marskramer-tondo verklaard vanuit Middelnederlandse teksten. 2001)
• (M.A. van den Broek: Erotisch spreekwoordenboek. 2002)