Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-07-2023

Drees

betekenis & definitie

(1950+) (inf. vero.) ouderdomsuitkering. 'Van Drees trekken'. Genoemd naar de Nederlandse staatsman Willem Drees (1886 - 1988). Als premier (van 1948 tot 1958) was hij erg populair, vooral vanwege de zgn. Noodwet, ook wel het wetje van Drees genoemd, die zich tot doel stelde de ouden van dagen een staatspensioen te geven. De Noodwet werd in 1947 door de Eerste Kamer aangenomen en was oorspr. slechts voor drie jaar bedoeld. Niettemin bleef zij van kracht tot 1958. Vandaar de uitdrukking ‘van Drees trekken’. Zie ook: Dreestrekker*.

• Ik trek van Drees, meneer, plus Bijstand, dus dan weet u het wel: reizen kun je er niet van, nog niet naar je graf. (Henri Knap: Rijdt u ook zo auto?, 1953)
• Dat is me pensioen. Dat wil zeggen – ’t is me Dréés en me invaliditeit, op-mekaar. (Simon Carmiggelt in het Parool, 10/01/1956)
• Wij begrijpen elkaar als we Lieftinck zeggen of Drees. In werkelijkheid steekt daar niets oneerbiedigs In. Wie iets begrijpt van de bondigheidsbehoefte onzer vaderlandse humor, zal dit zonder moeite inzien. Welnu, zo is dan onze taalschat in de naoorlogse jaren verrijkt met het woord drees. Geen woordenboek maakt melding van het neologisme, maar niettemin ligt zijn waarde zeer nauwkeurig vast. Het is een leuk woord, een woord voor leukerds. (De Maasbode, 18/05/1957)
• ‘Waar leef je tegenwoordig van,’ vroeg ik, toen hij zijn biertje half had leeggedronken.
‘Ik trek van Drees,’ zei hij. (A.C. Baantjer: Het mysterie van de doodshoofden. 1964)
• Hij had veertien gulden pensioen gevangen waar wat toen nog `me Drees' werd genoemd een mager sommetje bovenop stapelde ... (Simon Carmiggelt: De kuise drinker, 1990, oorspr. in: Het Parool, 11/10/1972)
• Hij trok van Drees, vertelde hij als altijd, en zo verdiende hij er nog een centje bij. (Sal Santen: Een geintje. 1975)
• Niemand kreeg toen nog drees en die bejaardenpaleizen waren ook nog niet uit de grond gegroeid. (Simon Carmiggelt: Welverdiende onrust. 1982)
• Nu rijdt hij lijdzaam in een invalidewagen.
Een zuster duwt hem wijl hij trekt van Drees. (Neerlands Hoop: Eén mei. 1985)
• Hoewel hij al jaren van Drees trok, werkte hij nog steeds bij de boer. (Koos van Zomeren: Een jaar in scherven, 1988)
• Hij had veertien gulden pensioen gevangen voor wat toen nog 'me Drees' werd genoemd.... (Simon Carmiggelt: De kuise drinker. 1990)
• (Huib Boogert: TaalArsenaal. Stunten en stoeien met het Nederlands. 2003)
• (Wim Daniëls: Mieters. De taal van de jaren vijftig. 2012)
• De AOW was een initiatief van PvdA-premier Willem Drees en is als zodanig – ‘trekken van Drees’ – de geschiedenis in gegaan. (Annegreet van Bergen: Gouden jaren. Hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd. 2014)
• De welvaartsmaatschappij bestond nog niet, de aow was er zelfs nog niet. Men trok van Drees, zoals dat heette, sinds de Noodwet Ouderdomsvoorziening, en verder was men afhankelijk van ondersteuning door familie of door de kerk. (Jacques Klöters: Voorwaarts leven, achterwaarts begrijpen. Mijn journaal. 2016)