Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 22-07-2021

de vellen krijgen

betekenis & definitie

(1926) (Rotterdam) verslagen worden in een wedstrijd; een nederlaag oplopen; met grote cijfers verliezen. Oorspronkelijk in Leiden? In de jaren twintig van de twintigste eeuw bij sport- en vooral voetbalwedstrijden frequent gebruikt. Het werd in die zin gesignaleerd door WNT-redacteur Adriaan Beets. In 1926 hoorde hij in Leiden volgend versje:
1 is niets, 2 is wat, we hebben met 3 de vellen gehad.

• Amsterdammers bleken te kunnen voetballen. Dat was even een openbaring, waarmee ze geen weg wisten. Ajax, hun Ajax, zou „de vellen krijgen"? (Voorwaarts, 28/03/1927)
• Met het stel, dat het kampioenschap behaalde, zullen we promoveeren of de vellen krijgen. (Voorwaarts, 28/02/1928)
• De vellen hebben jullie gekregen van Bestevaer, Evertsen, Van Alphen, Jan Haring, Christiaan de Wet en Bontekoe of Caland. (Willem van Iependaal: Kluivenduikers Doedeldans, 1937)
• Sportieve plicht dwong ons naar het eiland waar ze het onze de Aëre Zieë noemen, jun zeggen tegen ui, alsmede joe tegen U. Maar op 't groene laeken kennen ze best uut de voeten, hé. Zodat we de vellen kregen. (Vrij Nederland, 10/11/1984)
• De vellen krijgen: met grote cijfers verliezen: '1-0 is niks, 2-0 is wat, ze hebben met 4-0 de vellen gehad.' (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• (Jan Oudenaarden: Wat zeggie? Azzie val dan leggie! Een onderzoek naar het dialect van Rotterdam. 1999) p. 91
• In de uitdrukking de vellen gehad hebben (thans niet meer algemeen), op zijn kop gekregen hebben. Vergelijk de verwensing uit het Bargoens: krijg de vellen (Bargoens Woordenboek). II Eén-nul Is niks, twee-nul is wat, drie-nul wie heeft er de vellen gehad? Spotliedje bij een voetbalwedstrijd (1925). 0-1 is niets, 0-2 is wat, we hebben met 0-3 de vellen gehad (1926). (Dick Wortel: Taal in stad en land. Leids. 2002)