Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 10-04-2023

ui

betekenis & definitie

1) (1969) (Barg.) vagina.

• Ik (ging) met m'n hand in d'r slippie om d'r 's lekker aan d'r natte uitje te friemelen. Die meid gilde het uit van geiligheid. (Haring Arie: Tweede Boek. 1969)
• De barman liep half te janken toen er één riep: ‘We zullen eens kijken of er een klein biljartballetje in d’r kutje past.’ Dat werd mij ook een beetje te gortig, maar die gasten waren niet meer te houden, deden haar benen wijd uit elkaar en stopten zowaar een biljartbal in appeltje d’r wezenloze ui. (Haring Arie: Recht voor z’n Raap. 1972)

2) (19e eeuw, vero.) (oorspr. stud.) grap: 'een ui tappen (slaan)'.

• Soms hoor je heel flauwe uien; zoo is er een heertje, die de gewoonte heeft om uit zijn zak te eten, ik geloof koek; daarom noemt Nathanaël hem Bram Koek. (Justus van Maurik: Met z'n achten. Novellen en schetsen. 1883)
• Tappen, (stud.), altoos met ui verbonden; een ui tappen = eene aardigheid verkoopen. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Je wordt van 't tafeltje van de dikkert naar een andergestuurd. Daar laten ze je zitten, of je moet wat zingen op een stoel, en uien tappen. (Tjeerd Flappuith: Toen ik Indisch student was. 1902)
• Kerel, zieje wel, nou lach je zelf om die ui van gister. (Herman Heijermans: ’n Jodenstreek. 1904)
• 'n ui slaan: 'n aardigheid vertellen. Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)
• ui, (Barg.) een slecht gemaakte stoot op het biljart; misstoot; misslag; grap, mop. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• Uien slaan (sloeg uien, heeft uien geslagen) 'moppen vertellen'. Ui is een oud woord voor 'grap'. De overeenkomst met de ook zo geheten, tot de lelieachtigen behorende plant schuilt hierin dat plant en grap de traanklieren plegen te prikkelen. Na 1925 slechts van historische waarde. (het Vrije Volk, 24/09/1990)

3) (1906) (Barg.) slechte stoot bij het biljarten. Syn.: poedel.

• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• ui, (Barg.) een slecht gemaakte stoot op het biljart; misstoot; misslag; grap, mop. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)

4) (2008) (scheldw.) gek, zot. Afgeleid van de uitdrukking 'zo gek als een ui'.

• Nee ui, natuurlijk niet, wat deden we nou op repetities, idioot, stomme punk… (Remco Daalder: Grafherrie. 2008)

5) (1980+) (inf.) (steeds meerv.) teelballen, testikels. Syn.: ajuinen*.

• Op mijn bureau ligt al maanden een krantenknipsel uit mijn avondkrant. Het is een stukje van Ewoud Sanders waarin hij een opsomming van synoniemen voor het woord teelballen geeft. Dit is maar een selectie: kloten, voeten, pongels, krootjes, knikkers, klissen, eierkolen, klijsters, klossen, uien, walnoten, eieren, peren, dadels, kiwi”s, kokosnoten, kamers, zaadtubes, schalen, maggies, bonkjes, kogels, granaten, neukpatronen, harige Harry”s, japies, Henk Jannen, familiejuwelen, losse medewerkers, getuigen, kapelaantjes of piepers. (Ivan Wolffers: Heimwee naar de lust. 2007. Derde druk)
• (Ewoud Sanders: Pruimen op sap. 2017)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)