Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-01-2021

de nul vasthouden; op de nul spelen

betekenis & definitie

(1969) (voetb.) alleen maar verdedigen; ervoor zorgen dat men geen doelpunt tegen krijgt'. Deze sportuitdrukking duikt de laatste tijd ook op als metafoor in kringen van politici (zie citaat HP/De Tijd, 14/09/1990).

• De Maastrichtse ploeg legde het accent uiteraard op de verdediging, „het vasthouden van de nul", zoals dat in het voetbaljargon wordt genoemd. (Limburgsch Dagblad, 24/11/1969)
• Hij vond dat ik te veel praatte over het geringe aantal doelpunten tegen of dat ik weer de Nul had gehouden. (Maarten de Vos: De Ajacieden. 1971)
• Onder het bewind van Jan Teunissen begon SC Heerenveen een beetje speelser te voetballen de vrij algemene angst om die magische nul vast te houden werd zeker niet groter en in navolging van pioniers als Cor Brom en Rinus Gosens predikte Jan Teunissen ook voor uitwedstrijden wat aanvallender voetbal. (Leeuwarder Courant, 16/08/1978)
• We moeten voetballen tegen landen, die spelen op de `nul' en een optimaal rendement uit weinig treffers proberen te halen. (Trouw, 03/02/1990)
• Ajax hield sinds 25 februari in zes wedstrijden steeds de nul vast en daar kwam gisteren tegen FC Groningen geen verandering in (0-1). (NRC Handelsblad, 09/04/1990)
• De PvdA houdt de nul vast. Ik zeg: er moet wel een keer gescoord worden, jongens. (HP/De Tijd, 14/09/1990)
• Toch zal ook Kistemaker volgend seizoen tactische concessies moeten doen. Dat beseft hij, al zal op de nul spelen in Doetinchem nooit tot deugd worden verheven. (de Volkskrant, 13/04/1991)
• De PvdA houdt de `nul' vast, ook nu uit berekeningen blijkt hoe moeilijk het is om verlies van koopkracht voor de laagstbetaalden volgend jaar te voorkomen. (het Parool, 22/08/1992)
• ... als de Belgen iets goed kunnen, is het de nul vasthouden. (Nieuwe Revu, 15/06/1994)
• Ik schoot uit met mijn koevoet en beschadigde de deurpost. Ik vloekte hardop, gefrustreerd als een keeper die tot dan aan toe de nul heeft vastgehouden als een kostbaar glad sieraad, en wiens winst ook slechts bestaat uit het feit dat hij steeds alle ballen stopt. (Pam Emmerik: Soms feest. 1997)