(1960+) (Amsterdam) (Barg.) uitroep om aan te geven dat iemand toch wel terug komt; meestal na een afgesprongen transactie, wanneer de koper niet tot een akkoord is gekomen met de koopman en zich verwijdert. Genoemd naar de nog steeds populaire (en dus steeds weer opnieuw vertoonde) opera van Bizet, naar het verhaal van de Franse auteur Prosper Mérimée. Van deze succesopera werd overigens ook een filmversie gemaakt, waarbij de op vrijheid beluste Carmen geplaatst werd tegen de achtergrond van de Spaanse Burgeroorlog.
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• Een uitdrukking die je Amsterdammers vaak hoort gebruiken, wanneer bijvoorbeeld op een feest een gast tienmaal afscheid neemt, maar ook tienmaal weer even terugkomt is: `Het lijkt Carmen wel.' Het lijkt, kortom op iets wat niet van het toneel is weg te branden. (Gerrit Komrij: Horen, zien en zwijgen, 1977)
• Carmen! Tussenwerpsel uit het Bargoens (in het bijzonder gebezigd door marktkooplieden en kleine handelaren). Betekende zoveel als 'die zien we wel weer’. Veel gebruikt in situaties waarin een potentiële koper zich afwendt, maar verondersteld wordt alras op zijn schreden terug te keren. De uitroep verwijst naar de gelijknamige opera, die eigenlijk nooit van het toneel verdween. Na 1970 slechts van lokale betekenis. (het Vrije Volk 05/11/1990)
• Als je roept: ik ben zo terug, antwoordt Tante Annie: ‘Ja, Carmen ook, met een dolk in haar rug.’ (Eva Hoeke: De stad, de kroeg en de man. 2014)
Gepubliceerd op 18-05-2020
Carmen
betekenis & definitie